IJsbreken op het Noordhollandsch Kanaal – naar J.H. Koekkoek, 1830

“Voorstelling der door-ijzing van eenige koopvaardij-schepen, door het groot Noord-Hollandsch Kanaal, nabij Purmerende op den 9 januarij 1830.” Ets en…

Lees verder

Voorstelling der door-ijzing van eenige koopvaardij-schepen, door het groot Noord-Hollandsch Kanaal, nabij Purmerende op den 9 januarij 1830.” Ets en aquatint vervaardigd Willem Hendrik Hoogkamer, uitgegeven door Broedelet en Rijkenburg te Purmerend, naar een tekening van Johannes Hermanus Koekkoek. In de tijd met de hand gekleurd. Afm. 47 x 57,5 cm.

De winter van 1830 was de Winter van de Eeuw, vooral dankzij de lengte. De kou begon eind november en hield tot ver in februari aan. Tal van problemen waren het gevolg. Eind december lagen negen rijk gevulde koopvaardijschepen gevangen in het ijs bij Amsterdam. Tijd was geld en het winterweer vormde een serieus vraagstuk. De reders vonden de route via de Zuiderzee te riskant en probeerden via het Noordhollandsch Kanaal (gereed in 1824) naar zee te komen. Eind december vertrokken ze uit Amsterdam, maar nauwelijks hadden ze de stad verlaten of ze lagen door de strenge vorst al vast bij Purmerend. Het vrijmaken van een vaargeul met bijlen en zagen trok zoals de prent laat zien nogal wat bekijks. En hoewel de tocht na een paar dagen vervolgd werd, duurde het nog weken voordat ze op 24 januari bij het Nieuwediep (ten oosten van Den Helder) aankwamen. Tot hun ontzetting troffen ze daar een zee vol ijs aan, zodat er nog enkele dagen gewacht moest worden totdat de wind draaide en het ijs wegdreef.

De prent werd geëxposeerd op de tentoonstelling in het Teyler’s Museum ”Echte Winters. Het winterlandschap in de negentiende eeuw” (catalogus. p. 23), 7 november 2015 t/m 20 maart 2016.

Prijs: VERKOCHT