Wereld – Abraham Ortelius, 1587

EEN VAN DE BEKENDSTE WERELDKAARTEN OOIT GEMAAKT “Typus Orbis Terrarum.” Kopergravure uit Theatrum Orbis Terrarum. Uitgegeven te Antwerpen door Abraham…

Lees verder

EEN VAN DE BEKENDSTE WERELDKAARTEN OOIT GEMAAKT

Typus Orbis Terrarum.” Kopergravure uit Theatrum Orbis Terrarum. Uitgegeven te Antwerpen door Abraham Ortelius vanaf 1587. In de tijd (?) met de hand gekleurd. Afm.: 35,5 x 48,5 cm.

De bekendste kaart uit het Theatrum is de wereldkaart, die daarin als eerste afbeelding voorkomt. Dit “beeld van de landen der aarde” spreidt fraai de geografische kennis van de aarde ten toon, zoals die in de tweede helft van de 16e-eeuw uit de beste bronnen te putten viel. Inclusief de veronderstellingen en (ver)gissingen, die op dat moment het wetenschappelijke beeld van de wereld bepalen. In feite heeft Abraham Ortelius de informatie uit Gerard Mercators beroemde, maar onhandige wereldkaart uit 1569 (gedrukt op 21 bladen met de afmetingen 134 x 212 cm) vereenvoudigd samengebracht in zijn atlaskaart.

We zien de wereld afgebeeld in een platte ovale vorm, waarbij de meridianen, in tegenstelling tot Mercators voorstelling, op een punt in de noord- en zuidpool samenkomen.

De poolgebieden waren in 1570 praktisch onbekend. Het noordpoolgebied kenmerkt zich door een enorme landmassa, met daarin een aantal riviermondingen. Het zuidpoolgebied heet op de kaart “Terra Australis nondum cognita” [het onbekende zuidland]. Dit concept stamt van de Grieken, die meenden dat op het zuidelijk halfrond nog een ander continent moest bestaan als tegenhanger van de bewoonde wereld. Onder andere de ontdekking van Australië en de verkenningen door Abel Tasman maakten aan deze veronderstelling een einde. Noord-Amerika is veel te breed, zowel door de wijze van projectie als door de onbekendheid met de noordwestkust van Amerika. De omtrekken van Afrika zijn op hun beurt al sinds het einde van de 15e eeuw vrij nauwkeurig bekend, maar de geografie van het binnenland blijft giswerk tot in de 19e eeuw. Het binnenland van Azië is op deze kaart voor een groot deel gebaseerd op de reisverslagen van Marco Polo uit het einde van de 13e eeuw. Voor de weergave van de kusten van Zuidoost-Azië en de Indische Archipel vertrouwt de cartograaf op de toen recente ontdekkingen van de Portugezen. Japan is nog vrij slecht weergegeven, terwijl het beeld van de Stille Oceaan voornamelijk wordt bepaald door de ervaringen van de Spanjaarden.

De wereldkaart van Ortelius is drie maal op een koperplaat gegraveerd. Waarschijnlijk maakten slijtage tijdens de productie en beschadigingen het nodig om tot twee maal toe een nieuwe koperplaat te gebruiken.

Ortelius heeft met zijn wereldkaart grote invloed gehad op de verdere verspreiding van het wereldbeeld in die dagen, dankzij de grote verspreiding en acceptatie van het Theatrum Orbis Terrarum. Zijn kaart is dan ook in meerdere versies door andere kaartmakers nagevolgd en uitgegeven.

De atlas van Ortelius is de eerste ‘moderne’ wereldatlas. Abraham Ortelius maakt zijn Theatrum Orbis Terrarum aan het eind van de zestiende eeuw in Antwerpen. Ortelius laat een aantal bestaande kaarten opnieuw tekenen in een standaardformaat en geeft ze uit als boek.

In de zestiende eeuw zijn Frankrijk, Spanje en Engeland de machtigste landen van Europa. Vergeleken bij hen stellen Vlaanderen en Holland niet veel voor. Maar de kleine Nederlanden ontwikkelen een andere kracht: de internationale handel en scheepvaart, eerst binnen Europa, later over de hele wereld.

De Opstand van de Nederlanden tegen Spanje is een extra stimulans voor verre zeereizen. Van oudsher voerden de Portugezen specerijen aan uit Indië, maar die handel komt door de oorlog stil te liggen. De bewoners van de Lage Landen moeten nu zelf op zoek naar leveranciers van de specerijen die Nederlanders zo zijn gaan waarderen.

Er ontstaat een grote behoefte aan goede (zee-)kaarten. Antwerpen is het centrum van de internationale handel, en daar komt de kunst van het kaarten maken (cartografie) tot grote bloei.

Abraham Ortelius (1527-1598) is een van de vele kaartenmakers in Antwerpen. Net als de meeste van zijn collega’s is hij begonnen als ‘afsetter van kaarten’, inkleurder van kaarten. Dat is een apart vak in de tijd waarin er nog maar met één kleur gedrukt kan worden, meestal zwart. Wie illustraties in kleur wil hebben, moet iedere kaart met de hand (laten) inkleuren.

Ortelius leert zichzelf Grieks, Latijn en wiskunde. Later begint hij een handeltje in boeken en kunstvoorwerpen. Daarvoor reist hij door heel Europa. In 1560 maakt hij een reis in gezelschap van Gerard Mercator, de grootste cartograaf uit die tijd. Die inspireert hem om zelf kaarten te gaan maken.

In Ortelius’ tijd bestaan er nog geen atlassen zoals wij die kennen. Wel losse kaarten voor zeelui en samengestelde atlassen die op bestelling worden gemaakt. Meestal bestaan die uit kaarten van verschillend formaat die er niet uniform uitzien.

Ortelius krijgt waarschijnlijk van Mercator de suggestie om de geografische kennis en kaarten van de hele wereld uit allerlei bronnen te verzamelen en te verspreiden onder een brede groep mensen. Zo ontstaat het idee van een ‘moderne’ atlas: een verzameling kaarten gebundeld in een boek, van gelijk formaat en met dezelfde look & feel, die speciaal voor de uitgave (opnieuw) in koper gegraveerd worden. Het boek wordt door de uitgever in meerdere exemplaren op de markt gebracht, ook dat is nieuw.

De productie van de atlas is een flinke onderneming. Ortelius zoekt voor de eerste druk het beste materiaal bij elkaar dat hij kent. Hij tekent alle 53 kaarten zelf over op standaardformaat en zet er beschrijvingen bij van landen en plaatsen. Ten slotte zet hij er een bronvermelding bij naar de originele kaart, wat in de zestiende eeuw nogal ongebruikelijk is. Iedere kaartenmaker gebruikt wel koperplaten van voorgangers, en zet daar zelden de bron bij.

Als de kaarten zijn getekend, laat Ortelius ze in een koperen plaat graveren door Frans Hogenberg en zijn assistenten Ambrosius en Ferdinand Aertsen. Gillis Coppens van Diets doet het drukwerk. De atlas krijgt de naam Theatrum Orbis Terrarum [Theater van de wereld].

In 1571 verschijnt de eerste Nederlandse editie. Opvallend is dat de teksten niet rechtstreeks uit het Latijn zijn vertaald, maar speciaal zijn gemaakt voor een algemeen, niet wetenschappelijk publiek. Zo schrijft Ortelius dat Den Haag het beste dorp van Europa is, en dat de inwoners geen muren willen, omdat ze liever in het beste dorp wonen dan in een stad als zoveel andere steden.

De atlas van Ortelius is meteen een groot succes. Hoewel zo’n atlas voor een koper een hele investering is, zeker met ingekleurde kaarten, zijn er genoeg rijke burgers die hun kennis van de wereld willen vergroten. De eerste editie is dan ook snel uitverkocht. Ortelius besluit om nieuwe edities te maken, met meer kaarten. Ook verschijnen vertalingen in het Duits, Frans, Spaans en later in het Engels en het Italiaans. Die latere edities worden vanaf 1579 gemaakt door de beroemde Antwerpse drukker Christoffel Plantijn.

Literatuur: “Ortelius atlas maps”, Marcel van den Broecke, Ort3; “The Mapping of the World”, Rodney Shirley, nr. 158, plaat 130.

Prijs: VERKOCHT