Groningen en Ommelanden – Coenders kaart, ca. 1678

DE ZGN. “COENDERS KAART” – DE OUDSTE WANDKAART VAN DE PROVINCIE GRONINGEN “Prov: Groningae et Omlandiae Tabula.“; “Geographische Beschrivinge Vande…

Lees verder

18.500

DE ZGN. “COENDERS KAART” – DE OUDSTE WANDKAART VAN DE PROVINCIE GRONINGEN

Prov: Groningae et Omlandiae Tabula.“; “Geographische Beschrivinge Vande Pr[ovincie] Stadt Gr[oningen] en Oml[anden] Vervattende in sich alle Heerlyckheden, Fortressen, Dorpen, Adelycke ende considerabele huysen, met de wapens van de voornaemste ende gequalificeerste Adeldom der opgemerkte Provincie“. Kopergravure op vier gemonteerde bladen vervaardigd ca. 1678 door Cornelis Appeus naar het ontwerp van de gebroeders Wilhelm en Frederik Coenders van Helpen. Later met de hand gekleurd. Afm. 105 x 135 cm.

De kaart is opgedragen aan Hendrik Casimir II, stadhouder van Friesland, Groningen en Drenthe in de jaren 1664-1696.

De wapens bovenin zijn van de stadhouder (links) en de provincie (rechts). De drie wapens onderin zijn van de belangrijkste zijlvesten [de latere waterschappen]: van het Aduarderzijlvest, het Winsumer- en Schaphalsterzijlvest en het Delfzijlster zijlvest. Daartussen staan gezichten op de stad Groningen en Appingedam.

Aan weerszijden van de kaart staan afbeeldingen van “adelijcke ende considerable huysen“. Vierentwintig Groninger borgen [‘burchten’] en de wapens van de bewoners / families die in die tijd als de aanzienlijkste konden worden aangemerkt. We zien links: borg Fraam in Huizinge (vermoedelijk gesloopt in 1738); borg Nienoord te Leek (afgebrand in 1850); de Tammingaborg (bekend als Huis te Bellingeweer, gesloopt in 1820); de Onstaborg bij Wetsinge (gesloopt in 1801); borg Verhildersum in Leens; de Asingaborg in Ulrum (gesloopt in 1809); de Lulemaborg in Warfhuizen (afgebroken in 1822); borg Dijksterhuis bij Pieterburen (gesloopt in 1903); borg Ompt(ed)a in ’t Zandt (afgebroken vermoedelijk na 1747); het Huis te Lellens (gesloopt in 1897); borg Harssens bij Harssens (afgebroken in 1742); en de Snelgersmaborg te Appingedam (gesloopt in 1727).

Aan de rechterzijde zien we: borg Nittersum bij Stedum (gesloopt in 1818); het Huis te Farmsum (gesloopt in 1812); borg Tammingahuizen, tussen Ten Post en Winneweer (gesloopt na 1765); de Fraeylemaborg in Slochteren (de enige van de op de Coenders kaart afgebeelde borgen die tegenwoordig nog ongeveer de vorm heeft als op de kaart); borg Holwinda te Holwinde (afgebroken rond 1770); borg Fraylema te Losdorp (afgebrand eind 19de eeuw); de borg te Warffum (afgebroken in 1708); borg Meyma te Baflo (afgebroken begin 18de eeuw); borg Duirsum in Loppersum (bekend als Huis Den Ham, afgebroken rond 1727); de Andringaborg te Feerwerd (afgebroken rond 1735); borg De Eest bij Doezum (afgebroken in de 18de eeuw); borg Luinga te Bierum (afgebroken 1825).

De gebroeders Coenders hebben zich gebaseerd op kaartwerk van Groningen van de Amsterdamse uitgever Frederik de Wit die eerder cartografisch werk van Barthold Wicheringe (1589-1652) grondig had herzien en voegden er rondom elementen aan toe.

Over de gebroeders Coenders meldt de Groningsche Volksalmanak van 1912 (p. 205 ff):

Het zijn ietwat vreemde figuren, de gebroeders Wilhelm en Frederik Coenders van Helpen. Van den eersten, in 1629 geboren, is heel weinig bekend. Met Frederik, zijn twee jaar jongeren broeder, heeft Wilhelm voor studie in Frankrijk vertoefd. Frederik vond er zijn vrouw, een Spaansche gravin, met wie hij de in 1663 gekochte borg te Beynum bij Zuidwolde betrok. Hij werd lid van de hoofdmannenkamer en waardijn [muntmeester] van de provinciale munt, een aanzienlijk lid dus van de Groningsche regeering. Maar zijn hart schijnt in Frankrijk te zijn gebleven. Reeds zijn vader Bernard Coenders had in hoge gunst gestaan bij Lodewijk XIII. Jaren voor het verschijnen van de kaart van Groningen en Ommelanden, droomde Frederik al van een kunstenaarssucces, dat hem over de gehele wereld beroemd zou maken. Hij hield zich bezig met een prijsvraag uitgeschreven door Jean-Baptiste Colbert: het ontwerpen van een zesde bouwstijl naast de vijf klassieke orden “l’ordre français“. Het moet een wonderlijk beeld geweest zijn: de Ommelander jonker met zijn Spaansche gemalin in zijn gure borg te Beynum, die ter afwisseling van alledaagse kwesties van de hoofdmannenkamer aan een stijl aan het knutselen was die – ter eeuwige roem van Lodewijk XIV – al wat Dorisch, Ionisch, Korintisch en gemengd was, moest overtreffen en verdringen!

In de zuilen en architraaf waarmee de kaart versierd werd, zijn Frederiks stijlknutselarijen terug te vinden. “Hoe plat en krukkelig steken deze gedeelten af bij den geheel anders gestyleerden onderrand, al is daar evenmin een meesterhand te herkennen. Het vignet is een slappe nabootsing van die bij Wicheringe en De Wit, de omlijsting der wapens van Aduarder en Delfzijlster Zijlvest schijnt haast ontleend aan sommige wapenlijsten in Blaeu’s Theatrum Urbinum. Maar toch, de plompe Hollandsche versiering doet aangenamer aan dan de vooze kriebeligheid van bovenrand en kapiteelen. Waarlijk, Cornelis Appeus, de plaatsnijder, moet een onderdanig man geweest zijn, toen hij jonker Coenders met de uitvoering van dit werk geriefde.”

Belangrijker dan om de curiositeit van Frederik’s stijlproeven is de kaart om de afbeeldingen van de borgen en levert de weergave van de gebroeders Coenders een waardevolle bijdrage aan kennis van een architectuur die vrijwel geheel is verdwenen. De interessantste variaties in vorm van de gebouwen weerspiegelen economische en sociale geschiedenis. De borgen Harssens, Snelgersma, Fraylema bij Losdorp en De Eest schijnen regelrecht uit het boerenhuis voort te komen. We zien Nederduitse geveltoppen van Ompt(ed)a, mogelijk nog uit de 15de-eeuw. Fraam lijkt wel 16de-eeuws. Sommige doen herinneren aan de vroeg 17de-eeuwse Hollandse renaissance, zoals die in het noorden tot in Denemarken doordrong, bijvoorbeeld bij Lulema. Enkele representeren reeds het patriciërhuis uit de tijd na 1650, zoals Asinga (herbouwd in 1659) en Nittersum (herbouwd in 1669).

Prijs: Euro 18.500,- (incl. lijst)