Willemstad, Curaçao – Johannes Vallentin Dominicus Werbata, 1909

EERSTE PLATTEGROND VAN WILLEMSTAD, CURAÇAO “Kaart van het Stadsdistrict van het Eiland Curaçao”, kleurenlithografie vervaardigd door J. Smulders & Co.…

Read more

1.650

EERSTE PLATTEGROND VAN WILLEMSTAD, CURAÇAO

Kaart van het Stadsdistrict van het Eiland Curaçao”, kleurenlithografie vervaardigd door J. Smulders & Co. te Den Haag naar de opnemingen van Johannes Vallentin Dominicus Werbata in 1909. Afm. 71 x 130 cm.

op 1 januari 1915 telde Willemstad, de hoofdplaats van Curaçao, 14084 inwoners (33361 op heel het eiland). De stad kende aan het begin van de 20e-eeuw vele mooie pleinen; de straten waren goed onderhouden; een kleine tram reed door Pietermaai, om het Waaigat heen en kwam aan de andere zijde van dit binnenwater in Scharloo. De eerste auto kwam in 1910 het eiland op, in 1914 waren het er 60. De stad had sinds 1893 elektrische verlichting. Het hotelwezen liet nog te wensen over, maar dat zou een paar jaar later (door de in 1915 opgerichte vereniging tot bevordering van het vreemdelingenverkeer) veranderen. De tijd werd aangegeven door kanonschoten om 12 uur ‘s middags en om 8 uur ‘s avonds.

Voor de bouw van huizen gebruikte men natuursteen van het eiland zelf of ook wel baksteen. De huizen waren meest geel geverfd met witte randen en gedekt met rode pannen, met dakvensters er tussen, vol afwisseling in de gevels en drie tot vier verdiepingen hoog. Veel huizen stamden nog uit de bloeitijd van Curaçao en waren met ruim voldoende middelen en met veel smaak gebouwd. Aan het hekwerk van sommige villa’s, naar Spaanse mode, was bijzondere zorg besteed; smeedwerk dat smaakvol en kunstig was, dat z’n weerga in Nederland niet kende.

De aard van de bodem maakte riolering lastig, waarbij kwam dat in de talrijke smalle straten geen rioolruimte te maken was. De afvoer van het hemelwater geschiedde langs open stenen goten in de straat. Voor uitwerpselen had men een zeer eenvoudig tonnenstelsel. De armere bevolking verzamelde haar ‘faecaalstoffen’ in tonnetjes of emmers en droeg die ‘s avonds naar de haven, het Rifwater en het Waaigat. De gegoede klasse maakte gebruik van primitieve toiletten en leegde deze eveneens in de openbare wateren. Ook de afvoer van huisvuil liet nog te wensen over.

Kort na de gereedkoming van de kaart werd de Curaçaosche Petroleum Industrie Maatschappij (CPIM) opgericht die de economie van het eiland veranderde van een marginale agrarische in een sterk geïndustrialiseerde maatschappij. De landbouw was niet langer de bescheiden drijvende kracht achter de economie.

Prijs: Euro 1.650,-