SPECTACULAIR GEZICHT OP UTRECHT VANUIT HET WESTEN
Kopergravure vervaardigd door Jan Hendriksz Verstraelen naar het ontwerp van de Utrechtse kunstenaar Joost Cornelisz. Droochsloot, uitgegeven bij Franciscus Hoeius, 1e staat van II.
Gedrukt met privilege op 4 bladen in 1634. Van dit stadsprofiel zijn voor zover bekend slechts 5 – 10 (!!) exemplaren bewaard gebleven. Later met de hand gekleurd.
Afmetingen (prent) ca. 40 x 216 cm., lijst ca. 76 x 244 cm.
Het silhouet van de stad Utrecht, met haar compacte bebouwing en vele torens moet grote indruk hebben gemaakt op de 17e eeuwse burger. Vooral de imposante Domtoren, die ook tegenwoordig nog als pièce de resistance te zien is, moet als een symbool van trots en grootsheid zijn ervaren.
In dit panorama tekent de stadsmuur zich af met in het noorden de Plompetoren en in het zuiden de Smeetoren en de Bijlhouwerstoren als verhogingen. Achter de stadsmuur van noord naar zuid (van links naar rechts) de Jacobikerk, de Janskerk, de stadhuistoren, de Pieterskerk, de Dom, de Buurkerk, de Bisschopshof, de Hiëronymuskapel, de Paulusabdij, de Mariakerk, de Catharinakerk, de kapel van het Ursulaklooster, de Weeskerk (voormalig Regulierenklooster), de Geertekerk, de Nicolaïkerk en het Nicolaïklooster.
Droochsloot (1586 – 1666) kreeg zijn opleiding in Utrecht, maar zijn stijl suggereert dat hij ook in de Zuidelijke Nederlanden heeft gereisd. In 1616 werd hij als meester in het Utrechtse St. Lukas Gilde aangenomen en was er in 1623 en 1644 Deken. In 1638 was hij ook Regent van het Hiob’s Gasthuis. Hij schilderde veelal boeren kermissen, alsook Bijbelse en historische voorstellingen. Droochsloot werd beïnvloed door zowel Pieter Breughel de Oude als de Jonge, maar ook door David Vinckboons. Rond 1665, dus ruim 30 jaar na het verschijnen van de prent maakt Droochsloot nog een groot schilderij met een vrijwel identieke voorstelling dat thans in het Centraal Museum hangt.
Provenance: de echtgenoot van de laatste eigenaar had het stuk gekregen van prenten en tekeningen verzamelaar Willem Dreesmann, als dankbetuiging voor 40 jaren trouwe dienst bij Vroom & Dreesmann.
W.J.R. Dreesmann (1885-1954) bracht in de eerste helft van de twintigste eeuw een beroemde verzameling schilderijen, tekeningen, grafiek en boeken bijeen. Daarnaast legde hij zich toe op klokken, muziekinstrumenten, munten en penningen, porselein, goud- en zilverwerk. Hij was de zoon van A.C.R. Dreesmann, de oprichter van het warenhuis Vroom en Dreesmann. Zijn woonhuis Johannes Vermeerstraat in Amsterdam richtte hij in als museum Dreesmann en stelde het in 1950 voor het publiek open. Zijn verzameling tekeningen en prenten was de laatste particuliere collectie van deze kwaliteit en omvang die in de twintigste eeuw gevormd werd.
Het Amsterdamse Gemeentearchief kon het grootste deel van de collectie – ongeveer 6500 tekeningen en prenten – verwerven, toen de erfgenamen van Dreesmann haar in 1960 lieten veilen. Andere belangrijke kopers waren het Stedelijk Museum Amsterdam en de “Stichting tot bevordering van de inrichting van een historisch museum”, het latere Amsterdams Historisch Museum.
Literatuur: Hollstein Dutch XXXII, p. 168-169; Wurzbach II, 784; Thieme-Becker XXXIV, 303
Prijs: VERKOCHT