Zwolle – Frederick de Wit, 1698

“Swolla“, kopergravure van Zwolle uitgegeven door Frederick de Wit in 1698. Uit de stedenatlas van De Wit “Perfecte aftekeningen der…

Read more

Swolla“, kopergravure van Zwolle uitgegeven door Frederick de Wit in 1698. Uit de stedenatlas van De Wit “Perfecte aftekeningen der steden van de XVII Nederlandsche Provincien in platte gronden.” Later met de hand gekleurd. Afm. 41,5 x 52,5 cm.

De kaart laat in vogelvlucht de plattegrond zien van Zwolle. Nauwkeurig gedetailleerd zijn bebouwing en vestingwerken weergegeven. Buiten de grachten ligt weinig bebouwing. Linksboven het wapen van Overijssel, rechts dat van Zwolle. Links onderaan een legenda met belangrijke gebouwen. De legenda wordt versierd met afbeeldingen van vee, Zwolle had in de 17e-eeuw een belangrijk stapelmarkt waar vee werd verhandeld; en putti met rollen textiel, in die tijd kende de stad veel textielbedrijven.

In de zestiende eeuw is Antwerpen het centrum van de cartografie. Maar als de Spanjaarden tijdens de Nederlandse Opstand in 1585 Antwerpen veroveren, verhuizen veel kaartenmakers naar het noorden. Amsterdam wordt het nieuwe centrum van de cartografie. Er zijn beroemde kaartenmakers aan het werk, zoals Willem Jansz Blaeu met zijn zoon Joan, en Johannes Janssonius.

Deze twee firma’s zijn grote concurrenten van elkaar en apen elkaar ook vaak na. Allebei willen ze een boek uitgeven over alle steden in Europa. Blaeu is als eerste klaar met zijn uitgave, in 1649. Hij heeft alle kaarten opnieuw laten tekenen. Acht jaar later komt de atlas van Janssonius uit. Hij heeft niet alles opnieuw laten tekenen, maar gebruikt soms drukplaten uit de bestaande Atlas van Braun en Hogenberg.

Janssonius overlijdt in 1664. Zijn zonen zetten het bedrijf nog even voort maar in 1681 houdt het op. Intussen is ook een groot deel van de drukkerij van Blaeu in 1672 door brand verwoest en twee jaar later gaat Blaeu zelf dood. Geen van beide bedrijven heeft goede opvolgers en de inboedel wordt geveild. Zo ook de koperplaten die zij hebben gebruikt voor het drukken van hun atlassen.

Dan komt hun jongere collega Frederick de Wit op het toneel. Hij drijft al veertig jaar handel in prenten en losse kaarten, en hij is zeer succesvol. Hij woont aan het begin van de Kalverstraat, bij de Dam, en bezit nog negen andere huizen.

De Wit koopt een aantal van de platen van zijn collega’s op en gaat ermee aan de slag. Rond 1698 verschijnt De Wits stedenatlas. Daarop zijn de nodige aanpassingen te zien die door De Wit zijn aangebracht, zoals nieuwe bebouwingen en meer verklaringen. Hij zet dan ook zijn eigen naam op de kaarten.

Prijs: VERKOCHT