“LE CHEMIN DE FER“. Lithografie in kleur uitgegeven door Épinal, vervaardigd rond 1840 door Pellerin, Afm. ca. 44 x 63 cm.
Zodra in Parijs stations gebouwd waren, aan het eind van de jaren 1830, kwamen de eerste nieuwsgierigen naar de locomotieven kijken die met veel stoom en gesis reeksen wagons voorttrokken. De treinen zijn een audiovisueel spektakel die het landschap ingrijpend veranderden. De industriële revolutie transformeerde de wereld en het station is het theater van het moderne leven: “Vive le galop! Vive le ch’min d’ fer! C’est beau, c’est charmant, c’est divin! “
Onder de voorstelling een beschrijving van dit nieuwe fenomeen:
Van alle wonderen van de 19e-eeuw, staan de spoorwegen zonder twijfel bovenaan. De trein op rails werd [begin 17e-eeuw] uitgevonden door mijnbouwer Huntingdon Baeumont uit Newcastle. In 1767 werd het houten spoor vervangen voor ijzer en vanaf 1810 worden trekpaarden vervangen voor machines locomotives a vapeur.
De voertuigen die reizigers en goederen vervoeren heten wagons en zijn er in twee soorten: les wagons garnis, met de beste plaatsen en les wagons non garnis met de tweede klasse. In een wagon passen gemakkelijk 15 personen en een stoommachine trekt 25 tot 30 wagons. Als een enkel paard 145 quintaux [14500 kg] kan trekken, zouden 8 paarden nodig zijn voor een normale route. Een paard loopt bovendien een derde mijl [ca. 1,5 km] per uur en acht paarden driekwart mijl [ca. 3.300 m]. Het vertrek wordt een half uur na aankomst hervat met dezelfde wagons.
Spoorwegen lopen over vlak of heuvelachtig terrein, ook kunnen ze door bergen heen een enkele keer ziet men ze ook ondergronds.
De snelheid van de treinen verrassen niet in het minst. Ze rijden normaliter tot tien mijl [30-45 km] per uur, recentelijk in Engeland zelfs 25 mijlen [ca. 110 km] per uur. Ook economisch is deze nieuwe vorm van reizen voordelig. Het kost maar weinig, voor een traject van vijf mijl met een tweede klas kaartje 1 fr. en 1 fr. 50 c. voor de eerste klas. Spoorwegen besparen arbeid, maken dat prijzen van dingen die van ver komen minder kosten, voegen waarde toe aan het land, verveelvoudigen de handel en versnellen de productie in alle takken van industrie.
Deze voordelen worden zo gewaardeerd, dat we ze overal aanleggen. Rusland, een land dat achter loopt, heeft binnenkort twee lijnen. België heeft een zeer regelmatige lijn met drie vertakkingen. In Amerika zijn er honderden spoorwegen en Engeland heeft een parcours van 113 mijlen voor deze nieuwe manier van reizen. Tot voor kort had Frankrijk zes spoorlijnen: die van Saint-Etienne naar Lyon, van Alès naar Nîmes, van Epinac naar het Canal de Bourgogne, van Montpellier naar Sète, van Saint-Etienne naar Andrézieux, en van Rouen tot Andrézieux, met een lengte van 270.767 meter, oftewel 67 mijl. Er is nu een zevende lijn van Parijs naar Saint-Germain; op het moment worden twee nieuwe lijnen aangelegd: die van Mülhouse naar Thann en die van Straatsburg naar Basel; en vijf andere grandes lignes zijn gepland: van Parijs naar Le Havre, van Parijs naar Lille, van Parijs naar Bordeaux, van Parijs naar Marseille en van Parijs naar Straatsburg. Hieraan moeten een aantal omgevingslijnen worden toegevoegd, waarvan sommige al in aanbouw zijn. Dus over een paar jaar zullen we in alle contreien met de trein reizen.
Prijs: VERKOCHT