Exercitiegenootschap “Pro Patria” – Caspar Jacobsz. Philips naar Jan Bulthuis, 1786

’t Genootschap, Pro Patria; zo als het zig vertoonde in de Nieuwe Kerk, te Amsterdam”. Gravure vervaardigd door Caspar Jacobsz. Philips naar een tekening van Jan Bulthuis, uitgegeven in 1786 door Willem Vermandel en Jan Willem Smit. Later met de hand gekleurd. Afm.: (voorstelling) 27,5 x 35 cm, (plaatrand)  31 x 39,5 cm.

In de tweede helft van de achttiende eeuw lijkt de bloeitijd van de Republiek voorgoed voorbij. Als handelsland doet Engeland het veel beter dan de Republiek. De financiële sector groeit nog wel, maar dat lost de grote werkloosheid niet op. In de internationale politiek telt de Republiek ook nauwelijks meer mee.

In deze crisis komt een nieuwe politieke groep op. Het zijn burgers, die tot dan toe nauwelijks een stem hebben gehad in het lands- en stadsbestuur. Ze vinden dat het verval de schuld is van de stadhouder en van corrupte regenten. Deze kritische burgers eisen inspraak en toezicht en noemen zich ‘patriotten’ Ook enkele regenten voegen zich bij hun beweging.

Er ontbrandt een politieke discussie waarin twee partijen ontstaan. Aan de ene kant de aanhangers van stadhouder Willem V: de orangisten. Aan de andere kant zijn tegenstanders: de patriotten. Beide kampen maken volop gebruik van politiek drukwerk. Ze overspoelen het land met tijdschriften, losse blaadjes en prenten die de toestand van de Republiek analyseren en illustreren. Er ontstaat langzaam maar zeker een nationaal gevoel. Mensen voelen zich niet alleen meer inwoner van een stad of streek, maar ook burger van een land.

De patriotten organiseren zich in ‘vrijkorpsen’, een soort verenigingen van gewapende burgers.

Vrouwen deden niet mee aan de oefeningen van het Amsterdamse exercitiegenootschap “Pro Patria” maar ze hadden er wel een functie. Zo symboliseerden ze de eer en morele zuiverheid van het genootschap bij belangrijke rituelen, zoals de hier verslagen plechtige aanbieding van “geschenken” op 11 februari 1786. Belangrijker was echter dat vrouwen verantwoordelijk waren voor de fabricage van praktisch alle ceremonieel tenue van de vrijkorporisten en dat het korps financieel werd gesteund door vele donatrices. Dat was niet alleen zo bij Pro Patria. Bij vrijwel alle wapengenootschappen waren vrouwen actief betrokken.

Prijs: VERKOCHT