“Graf kelder der Verongelukte Actionisten.” Kopergravure uitgegeven te Amsterdam in of na 1720 als deel van “Het Groote Tafereel der Dwaasheid” Later met de hand gekleurd. Afm. 29,3 x 18,2 cm.
Een levendige aandelenhandel in 1720 in Amsterdam bleek een windhandel. Beleggers trapten op grote schaal in de loze beloftes die hen werden voorgeschoteld. Uiteindelijk leidde dit tot een grote rel in de hoofdstad en werd tot onderwerp van deze spotprent.
Aanstichter van de crisis was de speculant John Law (1671-1729), een zoon van een rijke Schotse goudsmid en bankier. Law had in Londen een geduchte reputatie opgebouwd als rokkenjager en gokker. Hij had de stad moeten ontvluchten en was vervolgens naar Amsterdam en andere Europese steden gereisd, waar hij het bank- en verzekeringswezen bestudeerde.
Naast een charmant voorkomen had Law een prima hoofd voor cijfers. In Frankrijk wist hij het vertrouwen van het hof te winnen. In 1717 kreeg hij toestemming om er de Mississippi Compagnie op te richten, die aandelen uitgaf in waardeloze ondernemingen overzee met de belofte van een hoog rendement.
Na een aantal fusies met andere compagnieën kwam er in 1719 een stroom aan nieuwe aandelen los, waarvan de koers gedurig bleef stijgen. In navolging van dit snelle succes richtten ook in Nederland gretige speculanten maatschappijen op met de meest fantastische doelstellingen. Door rijk en arm werd heftig gespeculeerd in aandelen van deze ondernemingen. Tot het wantrouwen in Frankrijk en Nederland toenam, de paniek toesloeg en de koersen duizelingwekkend daalden. Faillissementen volgden en heel wat mensen raakten werkloos.
In Amsterdam leidde de windhandel in 1720 tot een rel. Woedende arbeiders, die vanwege de faillissementen brodeloos waren geworden, trokken naar de Dam en sloegen beurshandelaren de deftige pruiken en hoeden van het hoofd. Daarna bestormden ze de ontmoetingsplaats van de handelaren. Dit was het koffiehuis Quincampoix in de Kalverstraat, zo genoemd naar de Rue Quincampoix in Parijs, het centrum van de speculatiehandel.
Deze gravure van de “Graf kelder der Verongelukte Actionisten” bespot de aandelenhandel en zij die daarin handelen. Centraal zien we een handelaar in zijn winkel in aandelen (“actien in blanco”). De winkel wordt uitverkocht, het pand terstond te huur gezet. De “windverkooper” wordt door een aardsengel een spiegel voorgehouden. De handelaar wijst op de aardbol van de “geactioneerde wereld” naar “ik zie alles verkeerd”. Om de wereld heen zit een slang die zichzelf in de staart bijt: “De windverkoper imiteert, dit dier hetgeen zichzelf verteert”.
De versieringen eromheen worden rijmend uitgelegd.
Bij drie vogels linksboven: “met het lot tevreden zijn, nu in de vrije lucht”. Bij de vogels rechtsboven: “lichte vogelen schraal van veren, konden het lichtst actioneren”. Bij de kop van de koe: “ik ben de hopman van de dommen, doch won daar door van vossen grote sommen”. Een ooievaar die een kikker in zijn snavel houdt: “ik grijp vast aas doch ik voorspel, een onbehaaglijk gekwel”. Een tweede ooievaar: “de adder die me is aanbevolen, maakt nog zo wat capriolen”. Bij een gekooide vogel: “bedrieglijk lokaas brengt me in de ijzeren lucht” (gevangenschap dus). Bij de lege vogelkooi aan de andere kant: ”weg is de vogel en maakt goede sier, met zijn lauwrier” (oftewel: oplichter John La(u)w is inmiddels gevlogen.)
Bij een bril die aan een twijg hangt: “de actiën der brillen, zijn voor al de oude lieden te nut om te bedillen” (dus kerels met brillen zijn bazige praatjesmakers). Bij een karn-ton: “men snijdt de kaas te dik, elk heeft er voor schrik”. Bij een trommel: “het kalfsvel van de actie-trom, maakte meer dan haar burgers dom”. Een visser met een schepnet: “of ik vis of niet, het blijft alles uit verdriet” en “het geld van de grond weer op te vissen, het zonk te diep het zal mij missen” (oftewel Ik ben een loser en krijgt mijn niet terug).
John Law ontkwam in de oproer in Amsterdam in 1720 ternauwernood. Geheel berooid, zou hij een aantal jaren later in Venetië sterven.
Prijs: Euro 350,-