“WINTER-GEZICHT, aan het Y-kant, bij de HARING PACKERS TOREN te zien, tot Amsterdam”. Ets met gravure, gemaakt naar een tekening van Herman Schouten. Uitgegeven door Pierre Fouquet jr rond 1769 in diens atlas van met daarin rond 100 afbeeldingen van de “wyd-vermaarde koopstad Amsterdam. Alle naar het leeven Getekend.” In de tijd met de hand gekleurd. Afm. (prent) ca. 27 x 35 cm.
IJsvermaak aan het IJ, het latere Open Havenfront, bij de ingang van het Singel en de Haringpakkerstoren, gezien vanaf het Droogbak. Links de Nieuwe Stadsherberg.
De Haringpakkerstoren werd in de middeleeuwen gebouwd als vestingwerk op de noordwestelijke hoek van de stadsomwalling. Tijdens de Spaanse overheersing van de Nederlanden, werden stedelingen die het katholieke geloof afvielen in deze toren gevangen gezet. Kort daarna werden de ‘veroordeelden’ heimelijk in de nacht zonder enig verhoor of proces gekneveld aan handen en voeten achterover van de toren in het IJ gegooid.
Op de plek van de toren mondde het Singel toen nog direct uit op het IJ. Het gedeelte van de tegenwoordige Prins Hendrikkade bij deze hoek werd Haringpakkerij (de gebouwen links van de toren) genoemd omdat hier door de haringpakkers de haring werd gezouten en gekuipt.
De spits op de toren is er in de zeventiende eeuw opgezet door stadsbouwmeester Hendrick de Keyser. In de toren werd door de haringpakkers vergaderd. Een stadsverordening uit 1601 bepaalde dat bij het luiden van een kleine klok in de toren de haringpakkers die in de buurt waren op de werkplek moesten verschijnen.
Daarvan is op deze prent even geen sprake. Het IJ is dichtgevroren, scheepvaart is niet mogelijk en alles ligt stil. Schaatsers zwieren over het ijs. Er staan koek-en-zopie tenten opgesteld en paarden trekken arrensledes voort. Eenvoudigere lieden worden in hun sledes met de hand geduwd.
De Haringpakkerstoren werd gesloopt in 1829 omdat de verarmde stad het onderhoud van het toen inmiddels verwaarloosde bouwwerk te duur vond.
Prijs: Euro 950,-