GEZICHT OP AMSTERDAM NOORD VANAF HET IJ
“Gesigt uyt het Y tussen Amsteldam en ’t Tolhuys, te sien naar Buyk-sloot.” Kopergravure vervaardigd door Adolph van der Laan en uitgegeven door Leonard Schenk rond 1720. Afm. 55×96 cm.
Aan de overkant van het IJ voor Amsterdam, op de punt van het schiereilandje de Volewijck, stond een tolhuis, een herberg die ook als veerhuis fungeerde en waar men rijtuigen met en zonder koetsier kon huren.
Vanaf een iets verhoogd standpunt, alsof de kunstenaar vanuit een hoge mast kijkt, geeft deze grote prent zicht over het water met tussen de schepen iets verscholen het Tolhuis en in de verte het dijkdorp Buiksloot. Daar was in de 14e eeuw al een veerverbinding met Amsterdam, het Buiksloterveer. Vanaf medio 17e-eeuw was er een overstappunt voor de trekvaart tussen Amsterdam, Hoorn, Edam, Monnickendam en Purmerend.
Op het IJ is het een drukte van belang. Het was een plek waar “groote schepen na alle gewesten des werelds af, en aan varen”. De horizon ligt laag waardoor de karakteristieke Hollandse wolkenlucht een groot deel van de voorstelling inneemt. Links vaart een statenjacht van Amsterdamse kamer van de VOC, op de voorgrond rechts ligt een fluitschip voor anker. De kapitein nadert in een sloep.
Er is genoeg ruimte voor een breed titellint in zowel Nederlands als Latijn. Het lint wordt rechts en links vastgehouden door putti. Ze lijken moeite hebben met de straffe wind. Een van de putti houdt het wapen van Buiksloot omhoog.
Literatuur: catalogus R.W.P. de Vries (1925) nr. 296, “zeer zeldzaam”.
Prijs: Euro 4.850,- (incl. lijst)