Kaap de Goede Hoop – Robert Sayer naar Jan van Rijne, 1754
€750
GEZICHT OP KAAP DE GOEDE HOOP
“The Cape of Good Hope – Le Cap de bonne Esperance”, kopergravure uitgegeven in 1754 door Robert Sayer naar een tekening van Jan van Rijne. In de tijd met de hand gekleurd. Size: ca. 25,5 x 41 cm.
De Nederlandse kunstenaar Jan van Rijne (ca. 1712-1760) wordt verondersteld te hebben gewerkt in Londen rond 1752-1754. Hij maakte dit gezicht op de Tafelberg en de Tafelbaai. Deze gravure, voor het eerst gepubliceerd door Robert Sayer in de Londense Fleet Street, diende als basis voor meerdere prenten.
De eerste Europeaan die Kaap de Goede Hoop bereikte was de Portugese ontdekkingsreiziger Bartolomeu Dias in 1488, die het de “Kaap van Stormen” (Cabo das Tormentas) noemde. Later hernoemde koning Johan II van Portugal het als “Kaap de Goede Hoop” (Cabo da Boa Esperança) vanwege het grote optimisme dat ontstond door de opening van een zeeroute naar India en het Oosten.
De Nederlandse koloniale bestuurder Jan van Riebeeck stichtte in 1652 een bevoorradingskamp voor de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) aan de Tafelbaai, dat uiteindelijk uitgroeide tot Kaapstad. Voorraden vers voedsel waren essentieel voor de lange reis om Afrika heen, en Kaapstad stond bekend als “De Herberg van de Zeeën”.
De gravure toont de Tafelberg, de gebouwen van de VOC en vele Nederlandse en Engelse schepen in de Tafelbaai.
In 1687 arriveerde een gemeenschap van Hugenoten vanuit Nederland bij Kaap de Goede Hoop. Ze waren naar Nederland gevlucht vanuit Frankrijk om religieuze vervolging te ontlopen. De VOC had behoefte aan bekwame boeren bij de Kaap en de Nederlandse regering zag mogelijkheden voor de Hugenoten bij de Kaap en stuurde hen daarheen. De kolonie groeide geleidelijk gedurende de volgende 150 jaar, tot deze zich uitstrekte over honderden kilometers naar het noorden en noordoosten.
Als enige permanente nederzetting van de VOC die niet diende als handelspost, bleek het een ideale plek voor werknemers van het bedrijf om met pensioen te gaan. Na enkele jaren dienst bij het bedrijf konden werknemers zich als Vryburgher op een stuk land vestigen, waarop ze gewassen moesten verbouwen die ze voor een vaste prijs aan de VOC moesten verkopen. Omdat deze boerderijen veel arbeid vereisten, importeerden Vryburghers slaven uit Madagaskar, Mozambique en Azië, wat het aantal inwoners snel deed toenemen. Nadat Lodewijk XIV van Frankrijk het Edict van Nantes introk (oktober 1685), dat het recht van Hugenoten in Frankrijk beschermde om hun religie uit te oefenen zonder vervolging van de staat, trok de kolonie veel Hugenoten aan, die uiteindelijk vermengd raakten met de Vryburgher-bevolking.
In de 18e eeuw nam Groot-Brittannië de controle over de Nederlandse koloniën over en veroverde ook Kaapstad.
Prijs: Euro 750,-