Walvisjacht – Thomas Sutherland naar William John Huggins, 1825

“South Sea Whale Fishery.” Gravure met aquatint vervaardigd in 1825 door Thomas Sutherland naar een schilderij van William John Huggins,…

Lees verder

975

South Sea Whale Fishery.” Gravure met aquatint vervaardigd in 1825 door Thomas Sutherland naar een schilderij van William John Huggins, marine schilder van de koning. In de tijd met de hand gekleurd, met latere toevoegingen. Afm:  43,2 x 55,9 cm.

A representation of the Ships Amelia Wilson and Castor off the Island of Bouro with their Boats and Crew in the various process of Fishing, shewing the manner the Spermacetti Whales are caught, also the mode of cutting them into the Ship, and Boiling the Oil upon the Deck.

De prent toont ons de walvisvaart zien met bijbehorende opwinding, rijkdom, romantiek en wreedheid. We zien de bemanning van de HMS Amelia Wilson vechten met een aantal potvissen, met op de achtergrond het eiland Buru (Indonesië).

De Engelse zuidelijke walvisvaart begon vanuit Londen in 1775. Aanvankelijk in het midden en zuiden van de Atlantische Oceaan, maar halverwege de jaren 1790 verplaatste het zich naar de Stille- en de Indische Oceaan. Rond 1815 had de handel zich uitgebreid naar de bredere Stille Oceaan en  omvatte gebieden in de zuidelijke, centrale en noordelijke Stille Oceaan, evenals  het gebied tussen Japan en Nieuw-Guinea. In de Indische Oceaan strekte de handel zich uit van de Seychellen tot de wateren rond Timor en de Molukken, zoals te zien op deze gravure.
Het was de olie van de potvis waar het om draaide. Er was vraag naar potvisolie omdat het een aantal unieke kwaliteiten had. Het was makkelijker te vervoeren dan gas en zuiverder en verbrandde bovendien met minder rook dan dierlijke, plantaardige en andere walvisolies. Als smeermiddel zorgde het voor veel minder slijtage aan bewegende delen. Potvisolie speelde ook een belangrijke rol bij het verlichten van de duurdere huizen en het gebruik van Argandlampen. De prijs van potvisolie per gallon stond altijd in de Londense kranten.

Herman Melville, auteur van Moby-Dick (1851), beschouwde William John Huggins als een van de weinige kunstenaars die een walvis overtuigend konden portretteren. Melville meende dat “de enige manier waarop je een goed idee van de omvang van een walvis kunt krijgen, is door zelf op walvisjacht te gaan; maar door dit te doen, loop je geen klein risico door hem voor de eeuwigheid naar de diepte te worden verzonken”.

Prijs: Euro 975,-