“The Sculpture Gallery“, staalgravure uit 1877 van de hand van Auguste Blanchard naar het schilderij (Opus CLVII) van Sir Lawrence (Lourens) Alma-Tadema. Later met de hand gekleurd. Afm.: 50 x 39,5 cm. (Lijst: 65 x 81,5 cm.)
Romeinse kunstliefhebbers aanschouwen een marmeren beeld dat wordt rond gedraaid door een slaaf. De voorstelling is de pendant van “A Picture Gallery“.
De afgebeelde personen zijn Alma-Tadema zelf, zittend op de bank en staand daarnaast zijn vrouw Laura en hun kinderen Anna en Laurense, die hij gebaart niet te dicht bij het getoonde beeld te komen. Op de bank zitten ook Ellen Gosse en haar echtgenoot Edmund (Alma-Tadema’s zwager, Sir Edmund William Gosse, een befaamd kunstcriticus op het gebied van beeldhouwwerken).
Verschillende beroemde beelden uit de oudheid omgeven de groep. Zo ziet men links een beeld van de jonge Hercules in gevecht met een slang uit het Museo Nazionale in Napels. (Hercules was de buitenechtelijke zoon van Zeus. Zijn vrouw Hera was jaloers op het overspel en zond een slang naar de wieg, die door het wonderkind Hercules tijdens het spelen gewurgd werd). De marmeren tafel rechts komt uit de Casa Rufi in Pompeii, daarop een zilveren schaal die in 1868 was opgegraven bij Hildesheim (D) (en die terugkomt in nog 15 andere van Alma-Tadema’s schilderijen). De buste linksachter van Pericles komt uit het Vaticaan. Het beeld van de zittende vrouw rechts stelt Agrippina voor (echtgenote van Claudius en moeder van Nero) en staat in de Capitolijnse Musea. De grote bronzen schaal in het midden is een door Alma-Tadema gecomponeerde tazza (oorspronkelijk een drinkschaal) met het zeemonster Scylla, de gewezen nimf met de romp en het hoofd van een vrouw met hondenkoppen uit haar zij. In de achterste kamer bevindt zich een verzameling bronzen beeldjes, grote kandelaren en hanglampen; luxe-voorwerpen, vergelijkbaar met de objecten die werden gevonden in vele pompejaanse huizen en die hier in dit kunstwarenhuis worden aangeboden.
A Sculpture Gallery was de laatste uit een serie werken met daarop galerieën. Na Alma-Tadema’s reis naar Rome (1875/6) raakt hij minder geïnteresseerd in het afbeelden van bestaande kunstvoorwerpen. Door zijn groeiende kennis is hij in staat steeds meer objecten zelf te verzinnen. Met het schilderij won Alma-Tadema de gouden medaille van de Berlijnse Akademie in 1874, hetgeen hem vervolgens in 1881 de Pruisische orde Pour le Mérite opleverde.
Prijs: VERKOCHT