“Amsterdam met desselfs omleggende landen”, kopergravure hier in een 2e staat (van 5) uit de “Beschryvinge van Amsterdam” van de hand van Casparus Commelin, voor het eerst uitgegeven in 1693, hier uitgegeven door Andries van Damme in 1726. Later met de hand gekleurd. Afm. 40,5 x 56,5 cm.
Middenboven staat de titel op een vrij kleine banderol afgebeeld. In de rechterbovenhoek staan boven elkaar twee schildjes met het stadswapen, dat gedekt wordt door een keizerskroon en het stadszegel. De belangrijkste gebouwen zijn in opstand getekend. Het kaartbeeld oogt wat onevenwichtig omdat de stad rechts van het midden is afgebeeld. De reden daarvoor is dat de kaart het afwaterings-, c.q. waterverversingssysteem toont. Diverse molens “die ’t Vuyle water uyt malen” maken hier deel van uit.
We zien de stad met de Vierde Uitleg. De beroemde halve cirkel van de Amsterdamse grachtengordel was vanaf 1665 een feit.
De Vierde Uitleg was afgestemd op de snelle bevolkingsgroei die sinds eind zestiende eeuw had plaatsgevonden. Die prognose bleek echter te rooskleurig. Amsterdam bleef tot ca. 1735 wel groeien, echter veel minder dan was aangenomen. Van 1708 is de omgeving van Hoogte Kadijk herkaveld, de bestaande bedrijvigheid verdween waaronder ook de restanten van het dorp Oetewaal. Oostenburg is pas rond 1720 volgebouwd. Vervolgens rezen de koop- en huurprijzen in Amsterdam de pan uit en was rond 1730 geen huurhuis meer te krijgen. Op sommige plekken in de binnenstad, waar voorheen industriële activiteit gevestigd was, zoals op de westkant van de Keizersgracht, verschenen alsnog herenhuizen. Onbenutte ruimte ten noorden van de Amstel was al in een eerder stadium weggegeven aan stedelijke instellingen zoals de Hortus en liefdadigheidsinstellingen, zoals de Amstelhof; de rest werd bestemd als wandelgebied, met diverse vormen van vermaak, tegenwoordig de Plantagebuurt.
Prijs: VERKOCHT