EEN VAN DE MOOISTE AANGEZICHTEN VAN LEIDEN OOIT GEMAAKT.
“Lugdunum Batavorum Hollandiae Celeberrimum Et Academia Florentissima”. Kopergravure vervaardigd in 1647 door Jacob Salomonsz Savary (1617-1666) naar het ontwerp van Claude Rivet uit 1640, op 4 gemonteerde bladen, met daarboven de titel in houtsnede op 6 stroken. Onderaan in 18 kolommen op 6 bladen een “Beschrijvinghe der wijt vermaarden Stadt Leyden” in het Latijn, Nederlands en Frans. Uitgegeven door Claes Jansz. Visscher in 1650. In de tijd met de hand gekleurd, met latere toevoegingen. Afm. 59 x 212 cm. (Lijst: 83 x 240 cm)
In de tijd dat Joan Blaeu zijn stedenatlas omstreeks het einde van de tachtigjarige oorlog liet verschijnen, is er een aangezicht van Leiden vanuit het zuiden vervaardigd in vier grote bladen.
De gravure wordt linksonder opgedragen aan de bestuurders van stad en universiteit van rond 1646, de twee lezende putti en Pallas (in kwabstijl), de godin van de Wijsheid, versieren het cartouche. De namen van de voornaamste gebouwen worden op de prent vermeld. Linksboven zien we de leeuw van het wapen van Holland, rechtsboven de sleutel van het wapen van Leiden. De stoffering van de prent is fraai en vertoont de kleding uit de tijd. De architectuur is vrij nauwkeurig weergegeven, op een aantal details na zoals de bekroning van de zuidelijke kruisbeuk van de Hooglandse kerk, die als een soort uivormige toppen zijn weergegeven. Het meest rechtse (vierde) blad is belangrijk, omdat het ons de situatie aan de oostzijde van de stad (tussen Nieuwe en Oude Rijn) laat zien na 1644 en vóór de laatste uitbreiding van 1659. Ook krijgt men een goede indruk van de oude Hogewoerdspoort ter hoogte van de Kraaierstraat.
Claude Rivet (1603 -1647), zoon van de bekende theoloog André Rivet, werd op 1 oktober 1620 ingeschreven als student aan de universiteit te Leiden. Hij was als “edelman ordinaris” in dienst van Prins Frederik Hendrik en als ingenieur van “Zijne Majesteit van Frankrijk”. Er is bekend dat aan Claude Rivet 150 gulden is betaald op 23 April 1640, “voor de presentatie van afteyckeninge van dese stadt Leyden by syne E[delheyt] mette penne gedaen aen dese Stadt gelevert”.
Prijs: VERKOCHT
