Amsterdam, Oudeschans – Johannes Smit + Weduwe Nicolaes Visscher, 1702-1713

DE OUDESCHANS IN AMSTERDAM “Gezigt van de Oude Schans, alwaar men zien kan de Monckel-Bans Tooren, Zuyder Tooren, en ’t…

Lees verder

DE OUDESCHANS IN AMSTERDAM

Gezigt van de Oude Schans, alwaar men zien kan de Monckel-Bans Tooren, Zuyder Tooren, en ’t Westindis Huis van ’t Y af te zien, tot Amsteldam”. Ets met gravure vervaardigd door Johannes Smit en uitgegeven tussen 1702-1713 door de Weduwe Nicolaes Visscher II. Later met de hand gekleurd. Afm. 54 x 90 cm.

We zien de Oudeschans in Amsterdam vanaf het IJ. Op de voorgrond de Kikkerbilssluis met dubbele ophaalbrug (over de tegenwoordige Prins Hendrikkade). Links het ’s-Gravenhekje met op de hoek het West-Indisch Pakhuis. Tussen 1647 en 1674 zat daar het hoofdkwartier van de West-Indische Compagnie (WIC). Vanuit dit pand waren de bevelhebbers verantwoordelijk voor alle handelsactiviteiten, waaronder de handel in goud, suiker en slaven. Nadat de WIC haar hoofdkwartier verhuisde naar het West-Indisch Huis aan de Herenmarkt, deed het pand aan de Oudeschans dienst als opslagruimte voor handelswaren. Op de begane grond werden huiden opgeslagen en geperst die uit handelsposten als Nieuw-Amsterdam (het huidige New York) naar Amsterdam werden vervoerd.

Daar tegenover op de hoek, rechts op de voortelling, de Kalkmarkt waar de Friese kalk- en steenschippers tot aan het eind van de 18de eeuw hun ladingen naar de markt brachten. In het midden de Montelbaanstoren, in de 16e-eeuw gebouwd als uitkijktoren over de Zuiderzee, deel van de vestingwerken van Amsterdam. Rechts van de Montelbaanstoren ligt de Lastagebuurt. In de achtergrond zien we de toren van de Zuiderkerk.

De Oudeschans lag vanaf de late 16e eeuw tot de Tweede Wereldoorlog in het hart van de Joodse Buurt.

Deze gravure komt uit een serie van 25 zeldzame fraaie grote gezichten van Amsterdam en geeft een kleurrijk beeld van het leven en bedrijf van de stad aan het begin van de 18e eeuw. Niet alleen voor het stadsbeeld en architectuur uit die tijd is deze bijzondere prent van belang, maar ook door de aardige stoffering, de zeden en gewoonten schetst. Mooi is de scène rechts onderaan de voorstelling waar mensen met sloepen aan wal komen. Na een lange reis worden ze uitbundig begroet door hen die Amsterdam bleven. Ze hebben kisten vol spullen bij zich waar met bewondering naar wordt gekeken. Maar ook vloeien er tranen, niet iedereen is van zee teruggekeerd…

Literatuur: Veilingcatalogus Collectie R.W.P. de Vries – Oud- en Nieuw Amsterdam (1925), nr. 283. “Buitengewoon aardig gestoffeerde prent. Fraaie druk met breede randen.”

Prijs: VERKOCHT