“De Markt te Nijmegen“, lithografie vervaardigd ca. 1825-1840 door J.P. Houtman te Utrecht naar een tekening van Jean Francois Michel Mourot (1803-1847). Later met de hand gekleurd. Afm. (voorstelling): 20,8 x 29,1 cm.
Eeuwenlang bloeide de handel in Nijmegen. Aan de Waalkade verkocht men verse vis en hoger op de heuvels lagen markten voor koren, laken, eieren, kannen, varkens, groenten, etc. (In veel gevallen herinneren straatnamen hier nog aan.) Van producten die niet per stuk maar per gewicht werden verhandeld, moest natuurlijk het precieze gewicht worden vastgesteld. Omdat handelaren regelmatig sjoemelden met afgeschaafde gewichten, richtten vele steden een waaggebouw op. Daar zag de overheid erop toe dat de handel eerlijk plaatsvond. De waag legde de stad geen windeieren, want over alle gewogen goederen moest men waaggeld afdragen. Al in de middeleeuwen stond op de Grote Markt in Nijmegen een waag, specifiek bedoeld voor het wegen van boter.
Deze Boterwaag (op de prent rechts) heeft grote poorten aan de voor- en achterzijden die waren bedoeld om karren naar binnen en weer naar buiten te laten rijden. Op de bovenverdieping zetelde in die tijd de Hoofdwacht. De oorspronkelijke bordestrap van de Waag was in 1756 afgebroken en vervangen door een zuilengalerij; iets dat destijds meer in de smaak viel. (Bij een grondige restauratie in 1886 is de bordestrap teruggeplaatst.)
Aan het begin van de 19de eeuw telde Nijmegen iets meer 10.000 inwoners. De schandpaal op Grote Markt werd weggehaald in 1805. De Fransen vertrokken in 1814. Tussen 1832-1833 trof een cholera epidemie de stad waarbij bijna 60 doden vielen.
Prijs: VERKOCHT