ENKHUIZEN IN HAAR BLOEITIJD
“Afbeeldingh der Stadt Enkhuysen, soo als de selve geweest is voor de laatste vergrootingh tot den Jare 1590”, kopergravure vervaardigd in 1666 door Egbert van Hoof voor de “Historie der vermaerde Zee- en Koop-Stadt Enkhuisen” van Geeraerdt Brandt. Hier in een uitgave van Jacob Duyn uit 1747. Later met de hand gekleurd. Afm. 40,5 x 51 cm.
De Reformatie en het begin van de Opstand vormden de opmaat tot de bloeitijd van Enkhuizen. In 1572 schaarde Enkhuizen zich als eerste Hollandse stad achter de Willem van Oranje.
Als beloning voor het zich achter de prins scharen kreeg Enkhuizen in 1573 het zogeheten paalkistrecht, dat het overnam van het toen nog steeds koningsgezinde Amsterdam. Dit lucratieve privilege hield in dat Enkhuizen de betonning op de gehele Zuiderzee mocht verzorgen, en als tegenprestatie belasting mocht heffen van alle schepen op de Zuiderzee.
In 1603 opende de Vereenigde Oost-Indische Compagnie hier kantoor, wat leidde tot zijn ontwikkeling tot een belangrijke maritieme haven. Aan het begin van de 17e eeuw telde de stad al 25.000 inwoners.
Op de kaart zijn twee kerken uit de 15e eeuw prominent weergegeven: Zuider- of Sint-Pancraskerk (nr. 33) en de Westerkerk of Sint-Gommaruskerk (nr. 2). Het stadhuis (nr. 42) werd in 1688 vervangen door een gebouw dat was gemodelleerd naar het stadhuis van Amsterdam.
Eind 17e eeuw trad het verval in. De oorlogen met Engeland, het verzanden van de havenmond en de concentratie van handel op Amsterdam zorgden ervoor dat Enkhuizen een van de sluimerende verstilde stadjes aan de Zuiderzee werd. Deze kaart uit een 18e-eeuwse heruitgave van de “Historie der vermaerde Zee- en Koop-Stadt Enkhuisen” wil daarvan niets weten en geeft Enkhuizen weer in haar bloeitijd.
Het kaartbeeld is ontleend aan een 16e-eeuwse gravure van Georg Braun & Frans Hogenberg. Daaraan zijn de wapens van Holland en West-Friesland toegevoegd, evenals een gezicht op de stad rijk versierd met attributen van de haven en haringvisserij.
Prijs: VERKOCHT