DE STAD EN LANDE VAN GRONINGEN
“Groningae et Omlandiae Dominium vulgo de Provincie van Stadt en Lande“, kopergravure vervaardigd door A. Hogeboom, uitgegeven door Nicolaes Visscher als deel van diens “Germania Inferior…” in 1684. Fraai in de tijd met de hand gekleurd. Afm. 46 x 56 cm.
Nicolaes Visscher II bracht deze kaart van de Stad en Lande van Groningen uit met de uit Wehe afkomstige jonker Ludolf Tjarda van Starkenborgh. Ten opzichte van eerdere kaarten van het gebied zijn hier en daar kleine wijzigingen aangebracht. Zo zijn de nederzettingen rond Sappemeer met meer detail weergegeven en is ook de stad Groningen fraai en topografisch secuurder dan voorheen afgebeeld, omringd door haar zeventien dwingers.
Ook de zijlen in de Oude Provinciale Dijk zijn niet vergeten en verder bevat de kaart verschillende verlaten en tolhuizen. Een aantal bij eerdere kaartenmakers afgebeelde meren zijn hier van een naam voorzien, zoals het Lijskemeer ten noorden van Bourtange en de meren bij Opwierde en Meedhuizen. Er zijn ook meertjes toegevoegd en dat heeft ongetwijfeld te maken met het voortschrijden van de verveningen. In het zuiden van Vredewold geeft Van Starkenborgh drie meerstallen die in werkelijkheid veel kleiner waren en op een west-oost, in plaats van een zuidwest-noordoost lijn lagen. Ze zouden net als het nabij Wildervank aangegeven Hoetmansmeer door aftapping verdwijnen. De nabijgelegen wijken wijzen op de systematische vervening langs het Leekster Hoofddiep. Het hier voor het eerst vermelde Meer bij De Punt is niet het Paterswoldse Meer of het Friesche Veen. Die zouden pas later ontstaan in het ten noorden van Paterswolde aangegeven Onland.
Ten zuiden van Woltersum markeren twee rondjes het Wester- en Oostermeer. Het tegenwoordig reeds lang verdwenen en vergeten Olderkerkerkmeer is nog aangegeven. Het zou zoals veel andere meren in de 19e-eeuw door bemaling volledig van de kaart verdwijnen.
Prijs: VERKOCHT