“De groote Markt te Haerlem te sien uit het Hujs van Laurens Koster 1746” pentekening met aquarelverf vervaardigd door Jan de Beijer, verso betiteld. Afm. (papier) 23,3 x 37,5 cm.
We zien de Grote Markt te Haarlem met helemaal links de achterzijde van de St. Bavo kerk (de Vishal wordt pas 23 jaar later gebouwd), daarnaast de imposante Vleeshal waar (tot in de 19de-eeuw) slagers hun vlees verkochten (tegenwoordig is hier museum De Hallen). Daarnaast het pand van de rederijkerskamer (dat in de tweede helft van de 19de-eeuw moest wijken voor de Verweyhal). In het midden het stadhuis (met nog de oorspronkelijke toren) en helemaal rechts de Hoofdwacht. Om de tekening te maken heeft De Beijer gestaan voor het (in 1929 afgebroken) huis van Laurens Jansz. Coster (aan wie de uitvinding van de boekdrukkunst werd toegedicht), Grote Markt 25.
Jan de Beijer (1703-1708) werd geboren in Zwitserland, waar zijn vader Johan Jacob de Beijer huurlingen wierf voor de Republiek der Zeven Verenigde Provinciën. In zijn jeugd reisde hij vaak met zijn vader naar Amsterdam en kwam terecht bij Cornelis Pronk om het tekenvak te leren. Pronk was toen de bekendste topografisch tekenaar van de Nederlanden. Op zijn vele reizen tekende De Beijer een groot aantal stads- en dorpsgezichten, afbeeldingen van kerken en kastelen. Deze werden met grote nauwkeurigheid vastgelegd. Door zijn ijver is de topografische kennis van ons land in het midden van de 18de-eeuw vrij groot.
Veel van zijn tekeningen werden nagegraveerd door Hendrik Spilman en Paul van Liender en als illustratie opgenomen in bijvoorbeeld Het Verheerlykt Nederland. Ook werden zijn tekeningen veel door particulieren gekocht. In 1751 vestigde De Beijer zich in Amsterdam, waarna de nadruk van zijn werk op het gebied rond Amsterdam en Haarlem kwam te liggen. Veel van zijn werk uit deze periode is terug te vinden in de Atlas van Pierre Fouquet, een verzameling van 102 prenten van Amsterdam.
Prijs: VERKOCHT