“Hemisphaerium scenographicum Australe coeli stellati et terrae“, kopergravure vervaardigd door Andreas Cellarius als onderdeel van de Atlas Coelestis seu Harmonia Macrocosmica [Hemelatlas of Harmonie van het Universum], uitgegeven door Johannes Janssonius in 1660. In de tijd met de hand gekleurd. Afm 43,5 x 50,5 cm.
Over de maker van de prachtigste hemelatlas die ooit werd uitgegeven, is maar weinig bekend. Het enige dat we zeker weten is dat Andreas Cellarius uit de Pfalz kwam en toen zijn hemelatlas met negenentwintig kaarten verscheen, hij rector was van de Latijnse school in Hoorn tegen een honorarium van 200 gulden per jaar. Voor het overige is zijn leven een mysterie, al zijn er aanwijzingen dat hij eerder een atlas van Polen heeft gemaakt.
De Atlas Coelestis bevat kaarten van het zgn. Ptolomaeïsche universum, van het Copernicaanse stelsel en van Tycho Brahes compromis tussen beide stelsels.
We zien de zuidelijke hemel als het ware vanaf de zuidelijke hemel pool. De aarde is getekend, zodat de beschouwer de illusie heeft door de hemel naar de daaronder gelegen aarde te kijken. Dankzij de perfecte graveertechniek is er geen grote ruimtelijke werking; de knap gearceerde en ingekluerde figuren lijken te zweven in de hemel boven de aarde.
In de wolken zien we goede en kwade Putti, sommige dragen doeken met de namen van de kaart, andere lijken over de rand uitgestrekte ruimte van de hemispheren in te kijken. Onderaan zien we sterrenkundigen en hun leerlingen; ze studeren, discussiëren of hanteren verschillende sterrenkundige instrumenten.
Cellarius was zelf geen astronoom en zijn werk heeft eerder decoratieve dan praktische astronomische betekenis. De atlas heeft geen systeem waarmee een met een telescoop uitgeruste astronoom een ster zou kunnen vinden. Christiaan Huygens was ontevreden over Cellarius’ werk. De door hem ontdekte maan van Saturnus, Titan, was weggelaten en sommige gravures bevatten spelfouten en perspectivische vertekeningen. De fraaie gravures werden los verkocht en door verzamelaars vaak in een enkele band ingebonden met de atlasbladen van Joan Blaeu. In deze vorm, maar ook als afzonderlijke hemelatlassen, vonden zij hun weg over de gehele wereld. Men vindt de atlas van Cellarius dan ook in de bibliotheken van het Vaticaan en het Topkapi in Istanboel.
De fraaie gravure van de zuidelijke sterrenhemel herinnert aan het bestaan van talloze nu vergeten sterrenbeelden. Bij latere beschrijvingen van de zuidelijke hemel werden deze weggelaten, samengevoegd of van een andere naam voorzien. Cellarius en zijn uitgever werkten aan een tweede deel van de hemelatlas, maar dat is door Janssonius’ dood in 1664 nooit tot stand gekomen. Het eerste (en dus enige) deel werd heruitgegeven door Pieter Schenk en Gerard Valck in 1708.
Prijs: VERKOCHT