Land van de Friezen – Pieter van den Keere, 1610

PRACHTKAART VAN HET LAND VAN DE FRIEZEN “Nova descriptio Orientalis & Occidentalis Frisiae, cum vicinis Mari Terra que Limitibus per…

Lees verder

PRACHTKAART VAN HET LAND VAN DE FRIEZEN

Nova descriptio Orientalis & Occidentalis Frisiae, cum vicinis Mari Terra que Limitibus per Davidem Fabricium Esensem accurate expressa. Nieuwe beschrijvinghe van Oost en West Vrieslandt door Davidt Fabricio van Esentz soo wel voor water als te lande neerstelyck beschreven anno 1610.” Kopergravure waarvan het kaartbeeld is vervaardigd door Abraham Goos naar het ontwerp van David Fabricius, de randversieringen zijn van de hand van Claes Jansz. Visscher. Dit exemplaar is een eerste staat (van 3) uitgegeven door Pieter van den Keere te Amsterdam in 1610. Afm. (incl. randversieringen): 43,5 x 56 cm.

De kaart toont het land van de Friezen: het gebied van de huidige provincies Friesland, Groningen, en Drenthe en het sinds de 18e-eeuw bij Duitsland behorende Oost-Friesland.

Daaromheen een brede rand met zestien fraaie afbeeldingen. De stadsprofielen van Leeuwarden en Emden boven, met daartussen te paard de stadhouder van Friesland, Groningen en Drenthe graaf Willem Lodewijk van Nassau. Onderaan de stadsprofielen van Franeker en Groningen met daartussen te paard graaf Enno III van Oost-Friesland. In de vier hoeken gebeurtenissen uit het dagelijks leven: turfgraven, houtkap (“houthouwen”), markthandel en koophandel. Ook zijn er voorstellingen van mannen en vrouwen van de gegoede klasse en van boeren in zowel oude (15e-eeuwse?) als eigentijdse (17de-eeuwse) kledij.

We zien ook een voorstelling van de reusachtige Fries Hidde, waarvan wordt gezegd dat hij als boswachter van de Hertog van Brunswijk eens een leeuw vond met vier jongen. Hij doodde de leeuw en bracht de welpen, waarvan hij dacht dat het wolven waren, naar de Hertog. Deze verwonderde zich zó over de kracht en de dapperheid van de Fries, dat hij hem grote landgoederen aan de rivier de Elbe schonk. Hidde bouwde daarop een nederzetting met een kasteel, dat hij Hiddesakker noemde.

De afbeelding van de Brandende Poel verwijst naar de sage van Rodeklif en Kreil. Hierin schoot een ‘vuurdraak’ uit het Roode Klif (nabij Stavoren) en men vreesde voor groot onheil voor Friesland. Men wendde zich tot de god Stavo die opdroeg dat een gewapende ridder drie kruiken met water uit de Noordzee in de vuurpoel werpt. Daarop sloot de berg zich en kwamen er tijden van voorspoed. Maar na de hitte kwam de kou die het volk schade zou toebrengen. Die kou kwam in de vorm van de Noordzee die het Kreiler Bos (in West-Friesland) deed verzwelgen.

De kaart is gebaseerd op het werk van David Fabricius van Esens een van de belangrijkste Oost-Friese astronomen uit die tijd. Fabricius vervaardigde in 1589 de eerste kaart van Oost-Friesland. Die kaart werd rond 1600 gegraveerd door de Jan Jansz. van Deutecum en diende als Abraham Goos als voorbeeld voor onze kaart.

In het titelcartouche bovenaan staat het motto van uitgever Pieter van den Keere: “Wie gaet ick Keere”. Links van het cartouche wapens van Friesland en Oost-Friesland. Rechtsonder een aanduiding van de schaal van de kaart weergegeven in verschillende mijlen.

De kaart is uiterst zeldzaam, van alle staten bij elkaar zijn slechts ca. 15 exemplaren bewaard gebleven (waarvan 8 in publieke collecties).

Literatuur:

  • J.J. Vredenberg – Alink (1974) “De kaarten van Groningerland”, afb. 26, I B 35
  • Günther Schilder (2000) “Monumenta Cartographica Neerlandica” VI, nr. 63.1 
  • P.J. de Rijke (2001) “Hoogtepunten van de Friese Cartografie’, nr. 029-1

Prijs: VERKOCHT