Leiden en Omstreken – Claes Jansz. Visscher + Pieter van der Aa, 1724

16E-EEUWS LEIDEN EN OMSTREKEN “Kaerte van Suyt-Hollants grootste deel vervatende geheel Rijnlandt ende Suytkennemerlandt mitsgaders een gedeelte van Delflandt, Amstellandt…

Lees verder

16E-EEUWS LEIDEN EN OMSTREKEN

Kaerte van Suyt-Hollants grootste deel vervatende geheel Rijnlandt ende Suytkennemerlandt mitsgaders een gedeelte van Delflandt, Amstellandt en het Sticht van Uytrecht, vertoonende al de steeden, dorpen, casteelen.” Kopergravure vervaardigd door Claes Jansz. Visscher in 1644 naar het ontwerp van Pieter Bruynsen uit 1591 (Bruynsen op zijn beurt, baseerde zijn werk op een kaart uit 1531) en herdrukt door Pieter van der Aa in 1724. Later met de hand gekleurd. Afm. 48 x 58 cm.

De uitleg rechtsboven van het 16e-eeuwse kaartbeeld, beschrijft hoe eertijds het Haarlemmer meer en Leidse meer niet met elkaar in verbinding stonden. Toen Claes Jansz. Visscher deze kaart uitgaf in 1644 waren de meren wel degelijk met elkaar verbonden en kon men vaststellen hoe veel land er inmiddels door het water was opgeslokt. Met enige weemoed wordt gemeld “oock hoe men met de Wagen konde ryden van Haerlem door Vijfhuysen ende Nieuwerkerck na Amsterdam en Uytrecht”.

Er bestonden in de 17e-eeuw plannen om de meren droog te maken, maar er was een sterke oppositie. Zo wilde Leiden zijn lucratieve visrechten niet kwijt en lag Haarlem dwars omdat het fors verdiende aan de scheepvaart door het drassige land. Daarnaast ontbraken de middelen en was er weinig vertrouwen in de technische haalbaarheid van een droogmakerij op deze schaal. Met het herdrukken van de kaart in 1724 willen de heren burgemeesters van Leiden de kwestie nogmaals onder de aandacht brengen.

Pas toen het water eind 1836 tot aan Amsterdam werd opgejaagd, besloot koning Willem I dat het meer moest worden drooggemalen. Dat gebeurde uiteindelijk met stoomkracht in 1848-1852.

Prijs: VERKOCHT