“De Landvoogdy van Amboina met de elf onderhoorige Eylanden”, uit François Valentijn’s “Oud en Nieuw Oost-Indien”, gegraveerd door Jan van Braam en uitgegeven te Dordrecht door Gerard onder de Linden in 1724-1726. Later met de hand gekleurd. Afm.: 33 x 79 cm.
Op Ambon en omliggende eilanden begon omstreeks 1600 de productie van kruidnagelen te ontluiken. In 1605 wist Steven van der Haghen het door de Portugezen beheerste deel van deze eilanden voor de VOC in bezit te nemen. De Ambonese onderdanen van de Portugezen werden daarbij onderdanen van de VOC. In plaats van katholiek werden zij nu protestant. Met de islamitische Ambonezen, de tegenstanders van de Portugezen, kon de VOC het aanvankelijk goed vinden. In ruil voor militaire steun tegen de Portugezen waren deze zelfs bereid geweest al hun kruidnagelen aan de VOC te leveren. Spoedig ontstonden er echter problemen over deze exclusieve leverantie van kruidnagelen, omdat niet iedere producent bereid was tegen de door de VOC vastgestelde prijs te leveren. De Engelsen probeerden van deze situatie te profiteren, maar daar kwam een einde aan toen de VOC in 1623 korte metten maakte met een aantal personeelsleden van de Engelse compagnie, nadat zij van een complot tegen de VOC waren beschuldigd. Gaandeweg kwamen er ook steeds meer gewapende conflicten met de islamitische Ambonezen, waarbij de protestantse onderdanen meestal vochten aan de zijde van de VOC. In het midden van de 17e eeuw werd deze strijd door de VOC in haar voordeel beslist.
Om haar monopoliepositie in de kruidnagelmarkt te beschermen, handhaafde de VOC haar kruidnagelcontracten met de plaatselijke bevolking met stevige hand. Tijdens regelmatige militaire inspecties, werden ‘illegale’ kruidnagelbomen gekapt. Vaak werden hierbij hele plantages vernield en dorpen platgebrand. In 1651 brak een grote opstand tegen de VOC uit, toen een plaatselijke leider op Ceram, weigerde een deel van de aanplant te vernielen en het recht eiste zijn kruidnagel te verkopen aan andere partijen. De gouverneur van de Molukken, Arnold de Vlamingh van Oudshoorn, onderdrukte de opstand met harde hand. Hierna had de VOC haar monopolie nog steviger in handen.
Ambon verloor haar positie als centrum van de kruidnagelhandel pas eind 18e eeuw, nadat de Fransen rond 1770 kruidnagelplantjes naar Mauritius en andere Franse eilanden smokkelden.
De kaart toont alle elf eilanden van de Landvoogdij Amboina: Ambon, Buru, Ambelau, Manipa, Kelang, Bonoa, Seram, Seram Laoet, en de zgn. Oeliassers, te weten Noessa Laoet, Honimoa, en Boang-Besi.
Prijs: VERKOCHT