DE ROTTERDAMSE NIEUWE MARKT – HET IS ER EEN DRUKTE VAN BELANG.
Zeer gedetailleerde en rijk gestoffeerde tekening met pen en gewassen inkt van de hand van Christoffel Meijer (Den Haag 1776 – Rotterdam 1813). Geannoteerd “D. fecit 1804″ op de slede linksonder. Afm.: 25,7 x 40 cm.
Rechts de Rotterdamse Prinsenkerk en Boterhal, met in het verlengde daarvan, achter de schepen op de nog ongedempte Botersloot, een steeg naar de Lombardstraat.
Christoffel Meijer was schoonzoon en leerling van aquarellist en tekenaar Dirk Langendijk. Vermoedelijk verwijst de annotatie “D. fecit” naar zijn schoonvader.
Het Rotterdams Jaarboekje 1955 (p. 139) meldt over Christoffel Meijer: “Het is opvallend, dat de weinige tekeningen, die van Meijer bekend zijn, alle gedateerd zijn tussen 1803 en 1807. Het lag dus voor de hand aan te nemen, dat hij op jeugdige leeftijd overleden zou zijn, maar in de Rotterdamse overlijdensregisters is zijn naam aanvankelijk niet gevonden. Een toeval bracht evenwel aan het licht, dat Christoffel Meijer op 28 April 1809 op last van de burgemeester in het Dolhuis is opgesloten en dat hij daar op 2 September 1813 is overleden. Er is geen twijfel mogelijk: “zijnde gewest schilder en geboren in Den Haag”, staat er in de acte van overlijdensaangifte. Het was een triest einde van een veelbelovend leven. De weinige tekeningen die er van hem bewaard zijn gebleven, de meeste in het Rotterdams Gemeente-archief en enkele in de Atlas van Stolk, de prenten ook, die door J. Bemme en J. Wijsman naar zijn tekeningen gegraveerd zijn, doen het betreuren dat de waanzin zulk een ontijdig einde maakte aan zijn werkzaamheid.”