SPECTACULAIR GEZICHT OP UTRECHT VANUIT HET WESTEN
“Utrecht“, kopergravure vervaardigd door Hendrick Verstraelen naar het ontwerp van de Utrechtse kunstenaar Joost Cornelisz. Droochsloot, uitgegeven bij Franciscus Hoeius. Gedrukt met privilege op 4 bladen in 1642. 2e staat van II. Afm. (prent) ca. 40 x 216 cm. (lijst: 79 x 252 cm.)
Het silhouet van de stad Utrecht, met haar compacte bebouwing en vele torens moet grote indruk hebben gemaakt op de 17e eeuwse burger. Vooral de imposante Domtoren, die ook tegenwoordig nog als pièce de resistance te zien is, moet als een symbool van trots en grootsheid zijn ervaren.
In dit panorama tekent de middeleeuwse stadsmuur zich af met verdedigingstorens: in het noorden de Plompetoren (gesloopt in 1832) en in het zuiden de Smeetoren (gesloopt in 1855) en de Bijlhouwerstoren (gesloopt in 1872). Op de muur zijn vanwege de uitstekende windvang molens geplaatst. Achter de stadsmuur van noord naar zuid (van links naar rechts) de Jacobikerk, de Janskerk, de stadhuistoren, de Pieterskerk, de Dom, de Buurkerk, de Bisschopshof (afgebroken in 1803), de Hiëronymuskapel (afgebroken in 1885), de Paulusabdij, de Mariakerk (gesloopt 1813-186), de Sint-Catharinakathedraal, de kapel van het Sint-Ursulaklooster, de Weeskerk (voormalig Regulierenklooster, gesloopt in 1864), de Geertekerk, de Nicolaaskerk en het Nicolaïklooster.
Rond 1665, dus ruim 30 jaar na het verschijnen van de prent, maakt Droochsloot nog een groot schilderij met een vrijwel identieke voorstelling dat thans in het Centraal Museum hangt.
Droochsloot (1586 – 1666) kreeg zijn opleiding in Utrecht, maar zijn stijl suggereert dat hij ook in de Zuidelijke Nederlanden heeft gereisd. In 1616 werd hij als meester in het Utrechtse Sint-Lucasgilde aangenomen en was er in 1623 en 1644 Deken. In 1638 was hij ook Regent van het Hiob’s Gasthuis. Hij schilderde veelal boeren kermissen, alsook van Bijbelse en historische voorstellingen. Droochsloot werd beïnvloed door zowel Pieter Brueghel de Oude als de Jonge, maar ook door David Vinckboons.
De kunstenaar gaf zichzelf een plek in de voorstelling. In het agrarisch landschap op voorgrond links van het midden, op de balustrade van een brug over de kronkelende Oude Rijn, zit hij met een leerling en tekent de stad die later als gravure zou worden uitgegeven. De tekening is verloren gegaan. Van deze gravure zijn voor zover bekend slechts ca. 10(!!) exemplaren bewaard gebleven.
Literatuur: Hollstein Dutch XXXII, p. 168-169; Wurzbach II, 784; Thieme-Becker XXXIV, 303.
Prijs: VERKOCHT