VROUWEN IN HET OPENBARE POLITIEKE LEVEN
“Plegtigheid van het Overgeeven der Vaandels enz. aan het Excercitie Genootschap Tot Nut der Schutterij”. Ets met gravure vervaardigd door Noach van der Meer jr. in 1786, uitgegeven door J. Sluytman van der Meer. Later met de hand gekleurd. Afm. 43,5 x 50,5 cm.
In de tweede helft van de achttiende eeuw lijkt de bloeitijd van de Republiek voorgoed voorbij. Als handelsland doet Engeland het veel beter dan de Republiek. De financiële sector groeit nog wel, maar dat lost de grote werkloosheid niet op. In de internationale politiek telt de Republiek ook nauwelijks meer mee.
In deze crisis komt een nieuwe politieke groep op. Het zijn burgers, die tot dan toe nauwelijks een stem hebben gehad in het lands- en stadsbestuur. Ze vinden dat het verval de schuld is van de stadhouder en van corrupte regenten. Deze kritische burgers eisen inspraak en toezicht en noemen zich ‘patriotten’ Ook enkele regenten voegen zich bij hun beweging.
Er ontbrandt een politieke discussie waarin twee partijen ontstaan. Aan de ene kant de aanhangers van stadhouder Willem V: de orangisten. Aan de andere kant zijn tegenstanders: de patriotten. Beide kampen maken volop gebruik van politiek drukwerk. Ze overspoelen het land met tijdschriften, losse blaadjes en prenten die de toestand van de Republiek analyseren en illustreren. Er ontstaat langzaam maar zeker een nationaal gevoel. Mensen voelen zich niet alleen meer inwoner van een stad of streek, maar ook burger van een land.
De patriotten organiseren zich in ‘vrijkorpsen’, een soort verenigingen van gewapende burgers.
Vrouwen deden niet mee aan de oefeningen van het Amsterdamse exercitiegenootschap “Tot Nut der Schutterij” maar ze hadden er wel een functie. Zo symboliseerden ze de eer en morele zuiverheid van het genootschap bij belangrijke rituelen, zoals de hier verslagen plechtige aanbieding van nieuwe vaandels op 13 mei 1786. Belangrijker was echter dat vrouwen verantwoordelijk waren voor de fabricage van praktisch alle ceremonieel tenue van de vrijkorporisten en dat het korps financieel werd gesteund door vele donatrices. Dat was niet alleen zo bij Tot Nut der Schutterij. Bij vrijwel alle wapengenootschappen waren vrouwen actief betrokken.
Het optreden van vrouwen bij optochten en processies was niet iets bijzonders. Al eeuwenlang speelden zij de maagdenrol, symboliseerden zij de vrijheid of de deugd, vervulden zij kortom allerlei ceremoniële en allegorische taken. In de patriottentijd traden vrouwen nog steeds in deze gedepersonaliseerde capaciteit op. Maar er was natuurlijk wel een verschil tussen een door de stad of een gilde georganiseerd feest en het ritueel van een exercitiegenootschap. De exercitiegenootschappen waren immers patriotse organisaties. Deelname eraan, in welke vorm ook, gaf uitdrukking aan een openlijke politieke keuze. Voor het eerst zien we hier vrouwen op grote schaal aan het gepolitiseerde openbare leven deelnemen, als individu en als vertegenwoordigster van het vrouwelijk geslacht.
Op de prent van Noach van der Meer worden twee vaandels “waak-vertrouw” en “volks sterkte” elk aangereikt door twee donatrices, aan de vaandrigs van de schutterij. De ceremonie vindt plaats op 13 mei 1786 op het exercitieterrein van de schutterij in Amsterdam, bij de Buitensingel buiten de Leidsepoort (op de plek van het huidige Museumplein bij de Stadhouderskade ter hoogte van de P.C. Hooftstraat). Op de achtergrond staan de schutters opgesteld.
Literatuur:
- Willem Bilderdijk “Betamelijke Eerzucht. Vrouwen en Genootschappen”. (2010)
- Frederik Muller “Nederlandsche historieplaten” (1876-1877), nr. 4711
Prijs: VERKOCHT