“Vertooninge van de ontsachlyke Spaansche krygs vloot, in den jaare 1588.” Ets vervaardigd door Jan Luyken voor Jean le Clerc’s “Geschiedenissen der Vereenigde Nederlanden”, uitgegeven door Zacharias Chatelain tussen 1730-1738. Afm. 27 x 35 cm.
De Spaanse koning Filips II probeerde tijdens de Spaans-Engelse Oorlog vanaf de Vlaamse kunst Engeland binnen te vallen in het voorjaar en de zomer van 1588. Met de invasie wilde Filips II de Engelse koningin Elizabeth I ten val brengen en zelf de Engelse troon in bezit nemen. De Spaanse handelsvloten en vooral de zilver- en goudtransporten uit Amerika werden regelmatig aangevallen door Engelse en Nederlandse kapers en piraten, meestal in directe opdracht van de Engelse hoge adel en kroon.
De Armada bestond uiteindelijk uit 137 schepen, waarvan 129 bewapend. De bewapening bestond uit 2.830 kanonnen, voorzien van 123.790 kanonskogels en tweeduizend ton buskruit. Dat alles werd bemand door 8.450 zeelui en 2.088 galeislaven, versterkt door 19.295 soldaten — en daarvan bestond weer de helft uit ongetrainde rekruten. Het totaal aan opvarenden bestond uit ruim 35.000 man. Nog nooit had zo’n zwaar bewapende vloot zich op de Atlantische Oceaan gewaagd.
De sterke kern van de Armada bestond uit hoge en logge drijvende zeekastelen met lichte boordkanonnen. Ze waren gemaakt om vijandige schepen op korte afstand te bestrijden en te enteren. De Engelse schepen waren lichter en sneller, en maakten van de wind gebruik om aan de gunstige kant op lange afstand hun zwaardere kanonnen af te vuren.
Van het Spaanse aanvalsplan kwam niets terecht. Door zwakke communicatie was het invasieleger in Vlaanderen nog lang niet klaar. Nederlandse schepen hielden een succesvolle blokkade in stand van de Vlaamse kusthavens. De Armada moest noodgedwongen voor de kust voor anker gaan. Nu stuurden de Engelsen branders op hen af, met het doel de Spaanse schepen uit hun formatie te jagen. Met succes. Enkele Spaanse kapiteins raakten in paniek en voeren weg. Hoewel geen schip door de branders geraakt werd, konden de Engelse schepen nu dichtbij de logge galjoenen komen. Ze doodden zoveel kanonniers dat de vuurkracht van de Spaanse schepen snel verminderde. Maar door de ordeloze manier van aanvallen leek de Spaanse vloot zich na deze Slag bij Grevelingen toch weer te herstellen en konden veel schepen ontsnappen naar het noorden.
De ets toont de zeeslag tussen de Spaanse en gecombineerde Engelse en Nederlandse vloten in Het Kanaal. Op de voorgrond wordt een groot Spaans fregat beschoten door een klein Hollands schip met het vaandel van de stad Leiden.
Op de terugreis vergingen veel schepen op de Ierse kust. Uiteindelijk keerden er maar iets meer dan 60 schepen van de onoverwinnelijk geachte Spaanse Armada terug; slechts 10.000 bemanningsleden overleefden de ramp.
Prijs: VERKOCHT