KEESHONDEN DANSEN OP MUZIEK VAN DE DUIVEL, 1787
De Kezendans, ets met gravure vervaardigd door een anonieme kunstenaar in 1787. Later met de hand gekleurd. Afm. (incl. tekst): ca. 21,5 x 26 cm.
Spotprent waarin patriotten als keeshonden op hun achterste poten in een rij achter elkaar dansen op de muziek van de Duivel als speelman in de richting van de hel. Twee duiveltjes houden bladmuziek omhoog. Op het blad onder de plaat de coupletten van het lied in Voorzang, Tegenzang en Slotzang.
Er wordt verwezen naar de Vrijcorporisten van het zgn. Vliegend Legertje van Adam Gerard Mappa. Deze patriotse krijgsmacht bestond uit ongeveer 300 man en 200 paarden. Het eerste wapenfeit van het Vliegend Legertje was de bezetting van het dorp Voorburg en de ontwapening van het Oranje-vrijcorps aldaar. Er werd kamp opgeslagen buiten de stad Delft en daardoor speelde het Vliegend Legertje een belangrijke rol bij de veranderingen in de samenstelling van de Delftse vroedschap op 21 augustus 1787.
De patriotse troepen trokken naar Leiden, Dordrecht, Gorcum, Alkmaar, Hoorn en Monnikendam om de plaatselijke patriotten te steunen in hun al dan niet geslaagde poging orangisten uit de vroedschap te verwijderen en de verdediging te organiseren.
Als reactie op de aanhouding van zijn zuster Wilhelmina bij Goejanverwellesluis verklaarde de koning van Pruisen op 13 september 1787, Holland de oorlog en daarna duurde het niet lang meer voor de patriotten bakzeil moesten halen. Het Vliegend Legertje geeft zich uiteindelijk op 27 september bij Naarden over.
Literatuur: Frederik Muller “Nederlandsche historieplaten” (1863-1882), nr. 4875.
Prijs: VERKOCHT