Achterhoek (Kwartier van Zutphen) – Covens & Mortier, ca. 1720
€395
DE ACHTERHOEK EIND 17E-EEUW
“Comitatus Zutphaniae sive Geldriae Tetrarchiae” [kaart van Graafschap Zutphen, ook wel het vierde kwartier van Gelre], voor het eerst uitgegeven door Frederick de Wit in 1690, hier in een heruitgave van Covens & Mortier uit ca. 1720 “. In de tijd met de hand gekleurd. Afm.: 49,7 x 57 cm.
In de late 17e eeuw vormde het Kwartier van Zutphen een van de vier kwartieren van het hertogdom Gelre, binnen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Het gebied kwam voort uit het middeleeuwse Graafschap Zutphen, dat ooit als zelfstandig feodaal graafschap bestond, maar sinds de 14e eeuw bestuurlijk was opgegaan in Gelre.
Na de herovering op de Fransen in 1674 (tijdens de Hollandse Oorlog) bleef Zutphen een versterkte grensplaats, strategisch gelegen aan de IJssel. (We zien een riviergod bij het titelcartouche rechtsonder op de kaart.) De stad was omgeven door een grotendeels agrarisch landschap – de huidige Achterhoek – waar landbouw en veeteelt de economische basis vormden. (Ook een hoorn des overvloeds versiert het cartouche.)
Economisch had Zutphen tegen het eind van de 17e eeuw zijn vroegere handelsbetekenis grotendeels verloren. Al sinds de opkomst van de Hollandse koopvaardij eind 16e en begin 17e eeuw waren de grote internationale handelsstromen naar de westelijke kustprovincies verschoven. Zutphen bleef wel een regionaal bestuurscentrum met zitting in de Staten van Gelre en behield aanzien door zijn kastelen en havezaten, waar adellijke families de sociale hiërarchie bepaalden. De nabijheid van de oostgrens zorgde voor blijvende militair-bestuurlijke alertheid.
Na een jeugd in Gouda vestigde de Frederick Wit (1629/30 – 1706) zich rond 1648 in Amsterdam. Hij begon een winkel in de Kalverstraat die aanvankelijk De Dry Crabben werd genoemd en komt in het bezit van koperplaten die eerder door Johannes Janssonius werden gebruikt. Na 1655 werd de naam veranderd in De Witte Pascaert [van De Wit + zeekaart] en zat zijn winkel op de hoek van de Dam. Door zijn huwelijk met Maria van der Waag in 1661, kreeg hij het poorterschap van Amsterdam en kon hij lid worden van het boekverkopersgilde St. Lucas. Na zijn overlijden komen De Wit’s koperplaten in het bezit van Johannes Covens en Cornelis Mortier die veel van de kaarten in hun eigen, vaak samengestelde atlassen, opnieuw uitgaven.
Prijs: Euro 395,-