MEESTERWERK VAN JACQUES CALLOT
“Siege de Breda.” Zeldzame kaart van het beleg van de vestingstad Breda en omgeving tijdens De Opstand. Ets met kopergravure in 6 bladen vervaardigd door Jacques Callot 1624-1625. Later met de hand gekleurd. Afm. ca. 123 x 140 cm.
De voorstelling speelt zich af midden in de Tachtigjarige Oorlog (De Opstand, 1568-1648). De Noordelijke (protestante) Republiek der Nederlanden rebelleert tegen het Spaanse katholieke gezag.
In 1588 was samen met de Engelsen de Spaanse Armada verslagen. Het verslaan van de Spaanse Armada was een kentering in De Opstand. Naast een zeemacht kreeg de Republiek nu voor het eerst ook een bruikbaar leger, hervormd en aangevoerd door prins Maurits. Zee- en landmacht hadden de steun van een krachtig bestuur onder leiding van Johan van Oldenbarnevelt. Prins Maurits nam het offensief. Steden en vestingen in het noorden, buiten Holland, Zeeland en Friesland, waar nog Spaanse troepen lagen, werden tussen 1590 en 1597 geleidelijk veroverd.
De Republiek werd langzaamaan een mogendheid van betekenis, waarmee Frankrijk en Engeland in 1596 een drievoudig verbond sloten en zo werd de Republiek de facto erkend als onafhankelijke staat. In 1598 overleed regent Filips II; hij liet ‘De Nederlanden’ met al z’n rebellerende provinciën over aan zijn dochter Isabella van Spanje, die daarmee landvoogdes werd.
Ook onder Isabella ging de oorlog met de Republiek gewoon door. Maar na een voor de Republiek mislukte Slag bij Nieuwpoort (1600) en een succesvolle Zeeslag bij Gibraltar (1607) kwam het in 1609 tot een wapenstilstand. Geen vrede, maar het zogenoemde Twaalfjarig Bestand, eigenlijk was de onafhankelijkheid van de Republiek daarmee erkend.
Maar na het Twaalfjarig Bestand hernieuwde Spanje zijn poging de Republiek te bedwingen. En dat lukte aardig. De Republiek was verzwakt, inwendige twisten en de dood van hun bestuurder Johan van Oldenbarnevelt (in 1619) deed geen goed. Ook militair strateeg Maurits was inmiddels niet zo jong meer. Het leger van de Republiek berustte in het defensief; en dan begint in 1624 het beleg van Breda.
Op 21 juli 1624 vertrok de Markies van Spínola uit Brussel naar Turnhout, waar een leger op hem wachtte van 18.000 man. Op 27 augustus werd Ginneken bezet, waarmee het beleg was begonnen. De verdediging van de vesting stond onder aanvoering van Justinus van Nassau. In Breda bevonden zich toen 6309 burgers, inwoners en boeren. Het garnizoen telde met soldatenvrouwen en -kinderen 6802 personen.
Breda was een in die tijd sterke vestingstad die de wegen naar Utrecht en Amsterdam verdedigde. Het 11 maanden durende beleg fascineerde Europa. Nieuwsbrieven uit die dagen gaven een wekelijkse update van de ontwikkelingen en prinsen en hertogen bezochten de site. Twee dagen nadat de stad uiteindelijk gevallen was (op 5 juni 1625), kwam Isabella van Spanje een kijkje nemen naar het spektakel.
En van dat spektakel is deze prent gemaakt. Onderaan centraal afgebeeld staat Isabella de Spaanse landvoogdes.
Isabella was opdrachtgeefster van de Franse kunstenaar Jacques Callot (1592-1635) die dit meesterwerk vervaardigde. De prent toont enerzijds het Spaanse militaire genie bij de verovering van de vestingstad, anderzijds was het stuk bedoeld om de enorme hoeveelheden geld en mensenlevens die daarvoor nodig waren geweest te rechtvaardigen. Callot heft zichzelf linksonder op de kaart gezet. Naast hem staat Gian Francesco Cantagallina, met een passer in de hand. Tijdens het beleg was hij Spinola’s ontwerper van de belegeringswerken. Op basis van de gegevens van Cantagallina maakte Callot de kaart. Hij was zelf namelijk niet ter plaatse; hij bezocht Breda pas ná de overgave in oktober 1625 en heeft de belangrijkste gebeurtenissen verhalend weergegeven en ingepast in het landschap.
Prijs: Euro 6.500,-