ZOGENAAMDE PAUWENKAART VAN FRIESLAND
“Frisia Occidentalis”, kopergravure vervaardigd naar het ontwerp van Sibrandus Leo uit Leeuwarden, uitgegeven door Arbraham Ortelius te Antwerpen voor het eerst in 1579, hier in een uitgave van 1592. In de tijd zeer fraai met de hand gekleurd. Afm. 36,8 x 50 cm. Verso: Latijnse tekst.
We zien Friesland en Groningen met een inzetkaart van het “oude Friesland zoals het er onder keizer Augustus uit zou hebben gezien”. Het gebied van de Frisii lag in die tijd tussen de Oude Rijn bij Katwijk en de Eems en om grote meren heen. Dat waren de Flevomeren die hebben gelegen op de plaats van de tegenwoordige IJsselmeerpolders en noordwestelijk daarvan, tussen Staveren en Enkhuizen.
Tussen Katwijk aan Zee en Noordwijk aan Zee lag het Huis te Britten, een Romeinse limesvesting. Hoogstwaarschijnlijk is het de locatie van het meest westelijke fort van de Romeinse limes. Het wordt op de inzetkaart genoemd. Ook zien we de Zuilen van Hercules, tevens aangeduid als “Duvels Cutz” [parbleu!], een hunnebed met stenen zo groot dat ze niet door mensen aangevoerd kunnen zijn.
In Ortelius’ tijd bestaan er nog geen atlassen zoals wij die kennen. Wel losse kaarten voor zeelui en samengestelde atlassen die op bestelling worden gemaakt. Meestal bestaan die uit kaarten van verschillend formaat en ook de schaal varieert.
Ortelius krijgt waarschijnlijk van cartograaf Gerard Mercator de suggestie om de geografische kennis en kaarten van de hele wereld uit allerlei bronnen te verzamelen en te verspreiden onder een brede groep mensen. Zo ontstaat het idee van een ‘moderne’ atlas: een verzameling kaarten gebundeld in een boek, van gelijk formaat en op dezelfde schaal, die speciaal voor de uitgave (opnieuw) in koper gegraveerd worden. Het boek wordt door de uitgever in meerdere exemplaren op de markt gebracht, ook dat is nieuw.
De productie van de atlas is een flinke onderneming. Ortelius zoekt voor de eerste druk het beste materiaal bij elkaar dat hij kent. Hij tekent alle 53 kaarten zelf over op standaardformaat en zet er beschrijvingen bij van landen en plaatsen. Ten slotte zet hij er een bronvermelding bij naar de originele kaart, wat in de zestiende eeuw nogal ongebruikelijk is. Iedere kaartenmaker gebruikt wel koperplaten van voorgangers, maar zet daar zelden de bron bij.
Als de kaarten zijn getekend, laat Ortelius ze in een koperen plaat graveren door Frans Hogenberg en zijn assistenten Ambrosius en Ferdinand Aertsen. Gillis Coppens van Diets doet het drukwerk. De atlas krijgt de naam Theatrum orbis terrarum ofwel Theater van de wereld. De eerste editie verschijnt in 1570 in het Latijn.
In 1571 verschijnt de eerste Nederlandse editie. Opvallend is dat de teksten niet rechtstreeks uit het Latijn zijn vertaald, maar speciaal zijn gemaakt voor een algemeen, niet wetenschappelijk publiek. Zo schrijft Ortelius dat Den Haag het beste dorp van Europa is, en dat de inwoners geen muren willen, omdat ze liever in het beste dorp wonen dan in een stad als zoveel andere steden.
De atlas van Ortelius is meteen een groot succes. Hoewel zo’n atlas voor een koper een hele investering is, zeker met ingekleurde kaarten, zijn er genoeg rijke burgers die hun kennis van de wereld willen vergroten. De eerste editie is dan ook snel uitverkocht. Ortelius besluit om nieuwe edities te maken, met meer kaarten. Ook verschijnen vertalingen in het Duits, Frans, Spaans en later in het Engels en het Italiaans. Die latere edities worden vanaf 1579 gemaakt door de beroemde Antwerpse drukker Christoffel Plantijn.
Literatuur: Marcel van den Broecke (2011), “Ortelius Atlas Maps – An illustrated Guide”, nr. Ort81
Prijs: Euro 650,-