Haarlem, Bloemendaal, Bennebroek, Heemstede, Velsen, Santpoort- F.J. Nautz, 1836

“Nieuwe Kaart van Haarlems Schoone Omstreken” Kopergravure vervaardigd in 1836 door Van Baarsel & Tuyn naar het ontwerp van de…

Lees verder

3.450

Nieuwe Kaart van Haarlems Schoone Omstreken” Kopergravure vervaardigd in 1836 door Van Baarsel & Tuyn naar het ontwerp van de Haarlemse landmeter F.J. Nautz en gedrukt door de Kunstdrukkerij van Wed. A. Koning & F.J. Brugman. Later met de hand gekleurd. Afm. ca. 63 x 94 cm.

In de tijd van deze kaart werd over Haarlem gezegd dat het er nogal saai was, een stad waar pruiken regeerden en het gras tusschen de straatstenen groeide. Op het stadhuis werd wel geregeerd, maar liefst zoo, dat het bij ’t oude bleef en de rustige rust der vroede vaderen niet verstoord werd. De poorten der stad werden ’s avonds des winters reeds zeer vroeg gesloten opdat er geen duif in of uit de stad zou vliegen. Het economisch leven was er vooral van ambachtelijke aard en was kwijnende. De zuigelingensterfte was enorm. Op honderd levend geboren kinderen stierven er 23 binnen het eerste levensjaar, vooral vanwege het gebruik van besmette koemelk, die bovendien was aangelengd met verontreinigd water uit de grachten.

Van grote bouwactiviteit in de stad was in deze periode dan ook geen sprake. Eerder was het tegendeel het geval. Begin jaren 1820 werd besloten de verdedigingswerken te slopen, niet om meer bouwgrond te verkrijgen, maar om verlost te zijn van de jaarlijks terugkerende onderhoudslasten. De bolwerken en stadspoorten werden gesloopt. Alleen de Kennemerpoort bleef gespaard, want ’s nachts ging de stad nog steeds op slot en overdag posteerden zich commiezen voor de poort om accijns te heffen op tal van goederen.

Na de sloop van de bolwerken werd het vrijgekomen terrein ingericht als wandelpark, bedoeld om de stad een wat fraaier aangezicht te geven, in de hoop dat dit welgestelde Haarlemmers ertoe zou bewegen hun voorgenomen vertrek uit te stellen of op te geven.

Op de kaart zien we ook de Haarlemse duinen en dorpen als Bennebroek, Heemstede, Overveen, Bloemendaal, Santpoort met daartussen heerlijke buitenplaatsen. In de zeventiende eeuw vestigden zich hier tal van gefortuneerde kooplieden, die hun geld wilden beleggen in grond en die in de zomermaanden de stad wensten te ontvluchten om te genieten van het buitenleven. Sommigen kochten een middeleeuwse versterkte woning of een boerenhofstede en lieten die verbouwen, anderen lieten een geheel nieuwe buitenplaats optrekken. Weilanden en duingronden werden aangekocht en vervolgens herschapen in tuinen in de voor die tijd heersende stijlen; eerst in geometrische vierkanten, later langgerekt en ten slotte in de zogeheten Engelse landschapsstijl. Voor de plaatselijke middenstanders en ambachtslieden betekende de jaarlijkse ’trek’ in het voorjaar van de buitenplaats bewoners handenvol werk. Bestellingen werden geplaatst, opdrachten gegeven en vrouwen en meisjes besteld als dienstboden.

Aan het einde van de achttiende eeuw en tijdens de Franse tijd verloor het buitenleven aan glans door de economische malaise. Veel bezitters zagen zich genoodzaakt hun buitenplaats te verkopen of te laten slopen.

Het zou nog 45 jaar duren voordat de tramlijn Haarlem-Leiden werd aangelegd. Vanaf 1880 werden verschillende buitenplaatsen opgekocht, verkaveld en met villa´s bebouwd.

Prijs: Euro 3.450,-