EEN VAN DE BELANGRIJKSTE MONUMENTEN UIT DE GESCHIEDENIS VAN DE NOORD-NEDERLANDSE CARTOGRAFIE.
“Vernieuwde Kaart van Noordholland en Westfriesland, benevens het voornaamste gedeelte van Rhynland, en daar aan grenzende Landen.” Kopergravure naar het ontwerp van Joost Jansz. Beeldsnijder, opnieuw uitgegeven te Amsterdam door Yntema en Tieboel in 1778. Later met de hand gekleurd. Afm. 92 x 68 cm.
Van de kaart die oorspronkelijk door Joost Jansz. Beeldsnijder in houtsnede in 1575 is uitgegeven, zijn geen exemplaren bewaard zijn gebleven. Hij werd vervaardigd in opdracht van hertog Alva en moest dienen voor de veldtochten van de verovering van noordelijk Holland tijdens de Tachtigjarige Oorlog. De wirwar van meren, dijken, rivieren en moeilijk begaanbare plaatsen in dit lastige gebied, vroegen derhalve om een goede overzichtskaart. Beeldsnijder had uit zijn praktijk als bij het Hof van Holland beëdigd landmeter, al veel kennis van het gebied opgedaan en was goed in staat om binnen vrij korte tijd het gehele gebied in kaart te brengen.
De kaart toont de situatie in noordelijk Holland in de tijd dat het octrooi voor de drooglegging van de Beemster al door de Staten Generaal van de Republiek was verleend (mei 1607) (bij De Be[e]mster op de kaart staat ook “Dit wort bedijckt”). De eerste grote drooglegging, de Zijpe (1597), is ook afgebeeld, maar verder is Holland nog gevaarlijk waterrijk.
Deze momentopname is zo belangrijk omdat vrij kort erna een stroom van veranderingen het gebied een metamorfose zou bezorgen. Het binnenwater was een grote zorg, groter vaak dan het buitenwater. Hoe kreeg je het weg en hoe voorkwam je steeds verdere afkalving van de kwetsbare, veenrijke meeroevers? Diverse uitvindingen, zoals betere molens en een getrapte bemaling, maar ook de aanwezigheid van een rijke handelsstad met gefortuneerde investeerders, brachten een proces in beweging waardoor binnen minder dan een halve eeuw alle grote en vele kleinere meren drooggelegd werden. De gehele waterstaatkundige situatie werd ingrijpend gewijzigd door deze droogmakerijen en alle bijkomende voorzieningen. Ook werd in korte tijd een stelsel van trekvaarten aangelegd. De kaart van Beeldsnijder geeft zo’n duidelijk beeld van dit gebied vóór die veranderingen, dat diverse historische reconstructiekaarten hem als uitgangspunt hebben gekozen.
De kaart werd met kleine wijzigingen heruitgegeven in 1608 en (dit exemplaar) opnieuw gegraveerd door Jan van Jagen en uitgegeven in 1778.
Het uitgebreide cartouche aan de rechterkant bestaat uit meerdere onderdelen. Bovenaan een vrouw in Noord-Hollandse kledij, ze presenteert een wapenschild waarop het wapen van West-Friesland centraal staat, met daaromheen de wapens van de zeven Noord-Hollandse steden. Naast de vrouw een fluitschip dat door de handelaren in de steden aan de Zuiderzee als vrachtschip werd gebruikt. Naast het schild liggen spek en verschillende kazen die in het gebied gemaakt werden, evenals knollen, aardappelen, wortels en andere lokale landbouwproducten. Daaronder, ook weer verwijzend naar de activiteiten van de Noord-Hollanders, een zeeman met een jakobsstaf, kompas en dieplood in zijn handen. Aan zijn voeten ligt een rol met kaarten en een astrolabium, een meetinstrument voor de navigatie op zee.
Joost Jansz. Beeldsnijder of ‘Bilhamer’ (1541-1590) dankt zijn bijnaam aan de manier waarop hij altijd zijn werk signeert: met een bijlhamer (steenhouwershamer), liggend op een steenblok. Deze Amsterdamse cartograaf was op vele gebieden actief. Zo heeft hij onder meer als beeldhouwer, landmeter, vestingbouwkundige, klokkenmaker en kaarttekenaar gewerkt.
Literatuur:
- Donkersloot-De Vrij, “Topografische Kaarten van Nederland vóór 1750”, nr. 677 III
- Blonk en Blonk – van der Wijst, “Hollandia Comitatus”, pp. 35-36.
- Ron Guleij, “Het grote kaartenboek. Vijf eeuwen cartografie”, pp. 188-191
Prijs: Euro 7.950,- (incl. lijst)