Java – François Valentijn, 1724-1726
€3.950
GROOTSTE ANTIEKE KAART VAN JAVA
“Nieuwe en Zeer Naaukeurige Kaart van ’t Eyland Java Major of Groot Java Verdeeld in Seven Byzondere Bestekken,” kopergravure vervaardigd door Gerard Onder de Linden en Joannes van Braam naar het ontwerp van François Valentijn, uit “Oud en Nieuw Oost-Indiën“, uitgegeven te Amsterdam 1724–1726. Gedrukt op zeven aan elkaar gemonteerde bladen. Later met de hand gekleurd. Afm.: 45,8 × 174 cm.
Deze buitengewone, grote kaart is de meest ambitieuze cartografische weergave van Java uit de 18e eeuw. Met grote nauwkeurigheid gegraveerd toont zij nederzettingen, rivieren, wegen, landbouwgronden en topografische kenmerken van het eiland. Langs de kustlijnen geven gedetailleerde nautische elementen zoals dieptemetingen, ankerplaatsen, zandbanken en andere gevaren voor de scheepvaart blijk van het praktische nut van de kaart voor zeevaarders. Centraal ligt Batavia (het huidige Jakarta), het versterkte hoofdkantoor van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), afgebeeld in miniatuur vogelvluchtperspectief—een visueel symbool van haar centrale rol in het Nederlandse koloniale netwerk.
De kaart weerspiegelt treffend de Nederlandse invloed op het landschap en het bestuur van Java. Veel plaatsnamen zijn weergegeven in Nederlandse transcripties of zijn geheel van Nederlandse oorsprong (zoals Ryswyk, Iakatra, Groote Tanjong), waarmee koloniale naamgeving over de inheemse geografie wordt gelegd. Rond Batavia zijn kanalen, rechthoekige landbouwpercelen en geordende nederzettingen te zien—een weerspiegeling van Nederlandse ruimtelijke ordening en landgebruik, aangepast aan het tropische klimaat. Verspreid over het eiland duiden rode bastions op talrijke versterkte VOC-posten, een teken van de gemilitariseerde aanwezigheid van de VOC. Ook cartografische conventies uit de Nederlandse traditie zijn zichtbaar: een Latijns windroos, een schaal in Nederlandse mijlen, en een dicht netwerk van kustmetingen—een indicatie van het maritieme perspectief van de maker.
François Valentijn (1666–1727), predikant en geschiedschrijver in dienst van de VOC, stelde deze kaart samen als onderdeel van zijn monumentale werk “Oud en Nieuw Oost-Indiën“, een encyclopedisch verslag van Nederlandse ontdekkingsreizen, handel en koloniale bestuur in Azië. Valentijn reisde tweemaal naar de Oost en was van 1686 tot 1694 werkzaam als calvinistisch predikant op Ambon. Dankzij bevoorrechte toegang tot de geheime VOC-archieven kon hij een ongekende hoeveelheid geografisch en etnografisch materiaal verzamelen—zij het niet altijd volgens de normen van wetenschappelijke integriteit.
Hoewel Valentijns kaarten in zijn tijd als toonaangevend werden beschouwd, wordt zijn werkwijze naar hedendaagse maatstaven als bedenkelijk gezien. Zijn gebruik van andermans onderzoek zonder bronvermelding, gecombineerd met het vermengen van observatie met overdrijving en zelfverheerlijking, wijst op een sterke neiging tot zelfprofilering.
Desondanks geldt deze kaart als een mijlpaal in de vroegmoderne cartografie. Zij toont het samenspel van Europese wetenschappelijke ambitie, koloniale macht en de rijke culturele werkelijkheid van Java. Zowel een visueel document als politiek artefact, biedt de kaart inzicht in hoe de Nederlanders één van hun meest waardevolle koloniale bezittingen verbeeldden, vastlegden en bestuurden.
Prijs: Euro 3.950,-