“Novi Belgii Novaeque Angliae Nec Non Pennsylvaniae et Partis Virginiae Tabula” (Kaart van Nieuw Nederland, Nieuw Engeland, evenals Pennsylvania en een deel van Virginia.) Kopergravure uitgegeven door Justus Danckerts te Amsterdam in 1690. In de tijd met de hand gekleurd. Afm. 46,5 x 54,4 cm.
Aan het einde van de 16° eeuw was de kennis van de Noord-Amerikaanse kust in Europa en in Nederland nog erg onvolledig. Zo bestond het idee dat de beide oceanen door een rivier die dwars door het Amerikaanse continent liep, met elkaar verbonden waren.
De directe aanleiding voor de eerste Nederlandse handelsreizen naar het gebied dat later ‘Nieuw-Nederland’ zou worden genoemd, waren de ontdekkingen die Henry Hudson in 1609 deed. In dat jaar voer de beroemde Engelse zeeman naar de noordelijke ijszee. Hij had opdracht gekregen van de VOC om een poging te doen een kortere route naar Azië te vinden. Maar Hudson onderbrak zijn inspanningen en zette koers naar Noord-Amerika, waar hij een grote rivier ontdekte, die nu nog steeds zijn naam draagt.
De interesse voor dit gebied was gewekt in Nederland en winstgevende vooruitzichten voor de bonthandel (onder andere in beverhuiden) wakkerden de koopmansgeest van de Nederlanders aan. Verschillende groepen kooplieden probeerden elkaar te slim af te zijn. Zij organiseerden van 1611 tot 1614 ieder hun eigen expedities om dit voor hen onbekende gebied te verkennen.
Zo ook ene kapitein Adriaen Block. In opdracht van dertien kooplieden voer hij in 1613 naar de ‘Grote Rivier’ (de huidige Hudsonrivier) met de bedoeling de handelsmogelijkheden van het gebied nader te verkennen. Block keerde terug naar Nederland vol positieve verhalen over de economische mogelijkheden van dit gebied. Ook de Staten-Generaal waren daarvan onder de indruk. Op 11 oktober 1614 verleenden zij de Compagnie van Nieuw-Nederland een handelsoctrooi. Kooplieden, verenigd in de Compagnie van Nieuw Nederland, kregen van de Staten-Generaal toestemming om vier handelsreizen naar ‘Nieuw-Nederland’ te maken. Tot een verlenging van dit handelsmonopolie is het niet gekomen. De economische belangen van dit deel van de wereld waren inmiddels voor Nederland zo groot geworden dat de Staten-Generaal in 1621 de West Indische Compagnie (WIC) oprichtten.
Nicolaes Visscher vervaardigde in 1651 aan hand van de manuscriptkaart die Adriaen Block maakte tijdens zijn verkenningsreis, een kaart die hij opnam in zijn atlassen. De koperen plaat werd hergebruikt in 1655 door Johannes Janssonius en opnieuw “multis in locis emendata” (op veel plaatsen gecorrigeerd) op de markt gebracht in 1690 door Justus Danckerts. Zo is in dit exemplaar de loop van de Delaware River volledig herzien en is ook Pennsylvania nu correct benoemd. In vergelijking met de kaart van Visscher, versierde Danckerts zijn kaart met meer wilde en boerderijdieren, waardoor de kaart vaak wordt aangeduid als de “Farm Animal Map”. Het land moest er aantrekkelijker voor kolonisten uit zien.
Het beroemde stadsgezicht rechtsonder op de kaart van “Nieuw Yorck eertyds genaemt Nieuw Amsterdam op ’t Eyland Manhattans” werd voor het eerst gepubliceerd rond 1650 door Joan Blaeu.
De Nederlandse vlag die er wappert (“dese vlagge wert opgehaelt als daer schpen in de haven komen”), lijkt gericht aan de Staten-Generaal om bij de Nederlandse West-Indische Compagnie aan te dringen op extra steun voor de kolonie in Nieuw Amsterdam. Maar als Danckerts de kaart in 1690 op de kaart brengt is het daarvoor al te laat. Vanaf 1664 is de nederzetting in Engelse handen.
Prijs: Euro 6.500,- (incl. lijst)