Suriname en Guyana – Isaak Tirion, 1758-1767
€525
“Landkaart van de Volksplantingen Suriname en Berbice” met inzetkaart “Plan van de Stad Paramaribo”, uitgegeven door Isaak Tirion tussen 1758-1767 als deel van diens “Hedendaagsche Historie of tegenwoordige staat van Amerika”. Later met de hand gekleurd. Afm. 32 x 38.5 cm.
De basis van het huidige Suriname werd gelegd door de Engelse kolonisatie aan de Suriname rivier, begonnen in 1651. Toen de bloeiende jonge kolonie in 1667 door Abraham Crijnssen in naam van de provincie Zeeland werd veroverd, strekte het gebied zich uit tot aan “den Westkant der Rivier Coppename”. Verder naar het westen bevond zich nog een andere Zeeuwse kolonie, Berbice of ‘Berbiesjes’, gesticht door Abraham van Peere in 1627. Tussen beide koloniën strekte zich het stroomgebied van de Corantijn uit, als een leeg niemandsland. Om eventuele conflicten te vermijden werd een schikking getroffen tussen Van Peere en Gouverneur Van Sommelsdijk. In ieder geval werd de westgrens van Suriname op de kaarten uit de 18e eeuw aangegeven als een rechte lijn, lopende van de Duivelskreek (een nu niet meer bestaand riviertje) langs de meest oostelijke bocht van de Canje rivier, een zijtak van de Berbice rivier.
Misschien wel het interessantste van deze kaart zit ‘m in de inzetkaart van de stad Paramaribo in de rechterbovenhoek. Daarop zien we de “Portugeesche Jooden Synagoog” de “Duitsche Synagoog”. Suriname was een van de belangrijkste Joodse bevolkingscentra op het westelijk halfrond. In 1665, nadat drie opeenvolgende groepen Joodse kolonisten in Suriname waren aangekomen, hadden de Britten hen verschillende privileges verleend, zoals vrijheid van godsdienst, toestemming om synagogen en Joodse scholen te bouwen, alsmede het recht op een eigen gerechtshof en burgerwacht. Toen de Nederlanders de kolonie in 1667 overnamen, bleven de privileges voor de Joodse gemeenschap intact. Tegen het begin van de 18e eeuw telde de Joodse gemeenschap in Suriname bijna 600 mensen en bezat ongeveer 40 plantages en een aanzienlijk aantal slaven. Hun rijkdom was af te lezen aan de Joodse begraafplaats in Jodensavanne. Deze was gevuld met marmeren grafstenen die uit Europa waren geïmporteerd en werd beschouwd als een van de mooiste van Zuid-Amerika. Na de neergang van de plantage-economie, verhuisde een groot deel van de Joodse gemeenschap naar Paramaribo, waar de Asjkenazische Joodse gemeenschap in 1719 de ‘Duitse’ synagoge bouwde die hier op de kaart is gemarkeerd en de Sefardische Joodse gemeenschap in 1735 de ‘Portugese’ synagoge bouwde.
Literatuur: C. Koeman (1973) “Bibliography of Pinted Maps of Suriname”, nr. 15
Prijs: Euro 525,-