’S-GRAVENHAGE BEGINT AAN MODERNISERING
“Nieuwe Kaart van ’s Gravenhage”, lithografie vervaardigd in 1858 door Wed. E. Spanier & Zn. Later met de hand gekleurd. Afm.: 59 x 87,5 cm.
Na de Napoleontische oorlogen en de oprichting van het Koninkrijk der Nederlanden in 1815, werd Den Haag bevestigd als regeringscentrum. Dit versterkte haar rol als bestuurlijk en politiek hart van het land.
De bevolking groeide aanzienlijk, van 42.000 inwoners in 1815 naar 78.000 in 1858. Desalniettemin bleef de bebouwing grotendeels beperkt tot het gebied binnen de singels die in de 17e-eeuw waren aangelegd. Om de groeiende bevolking te huisvesten, werden kamers verhuurd en eenvoudige huisjes (hofjes) gebouwd op achterterreinen. Deze krotten of sloppen waren vanaf de straat niet zichtbaar, wat het stadsbeeld mooier deed lijken dan het in werkelijkheid was.
De eerste Nederlandse spoorlijn, die in 1839 tussen Haarlem en Amsterdam in exploitatie kwam, werd al snel doorgetrokken naar Den Haag. In 1843 opende de Hollandse IJzeren Spoorweg Maatschappij er een klein station, toen nog ver buiten de stad op de plaats van het huidige station Hollandse Spoor. In de directe omgeving vestigden zich meerdere fabrieken. Binnen de stad nam men nog de koets, de eerste paardentram (naar Scheveningen) reed pas vanaf 1864.
De lage stedelijke belastingen en de aanwezigheid van veel landelijke bestuursorganen en instellingen maakte dat veel kapitaalkrachtigen in de Residentie kwamen wonen. Zij waren (evenals in de 17e-eeuw) een voorname bron van welvaart. Na 1855 werd het Willemspark gebruikt voor de eerste stadsuitbreiding, waar hoge militairen, ambtenaren, ministers en Indische bestuurders hun intrek namen in fraaie witgepleisterde landhuizen.
Om de stad verder op te luisteren werden er vanaf 1858 meerdere grachten gedempt.
Prijs: Euro 2.650,-