GROTE SYNAGOGE TE AMSTERDAM
“De twee Groote Synagogen der Hoogduitsche Jooden, en het Oude-Zyds-Huiszitten-Aalmoesseniers-Huis, van agteren, in’t verschiet.” kopergravure, vervaardigd naar een tekening van Jan de Beijer, uitgegeven in 1765 te Amsterdam door Isaak Tirion als deel van Jan de Wanenaar’s “Amsterdam in zyne opkomst, aanwas, geschiedenissen,..,”. Afmetingen (afb.): 27 x 30 cm.
Vanaf 1635 hielden Hoogduitse joden huisbijeenkomsten in de oude jodenbuurt Vlooienburg, het huidige Waterlooplein. Maar door de grote toestroom van Asjkenazische Joden uit Oost-Europa, op de vlucht voor oorlogen en pogroms, groeide de gemeente zo snel dat in 1670 een perceel werd aangekocht om een eigen synagoge te bouwen aan de Deventer Houtmarkt, nu het Jonas Daniël Meijerplein.
Deze synagoge werd gebouwd door Elias Bouman, die later ook de Portugees-Israëlietische Synagoge en het Huis De Pinto bouwde. De bouwstijl is beïnvloed door het werk van de Amsterdamse stadsbouwmeester Daniël Stalpaert.
Het gebouw kostte 33.000 gulden, deels bekostigd door een lening van 16.000 die de stad Amsterdam aan de Hoogduitse gemeente verstrekte, deels door het verkopen van zitplaatsen. Deze zitplaatsbewijzen waren overdraag- en overerfbare stukken. Het gebouw werd ingewijd op 25 maart 1671, de eerste dag van Pesach.
Dat het gebouw zo opvallend aan de openbare weg kon worden gebouwd, was een zeldzaamheid in het Europa van de 17e eeuw en wordt uitgelegd als typerend voor de Nederlandse tolerante houding.
Deze Hoogduitse Synagoge bleek al snel veel te klein voor de alsmaar groeiende gemeente. Daarom werden naast de sjoel nog drie andere synagoges gebouwd: de Obbene Sjoel (1685), Dritt Sjoel (1700) en Nieuwe Synagoge (1752). In 1776-1777 werd het hoekhuisje vergroot.
Tegenwoordig is het gebouw deel van het Joods Historisch Museum.
Prijs: Euro 375,- (incl. lijst)