17E-EEUWS UTRECHT VANUIT HET NOORD-OOSTEN
“Ultrajectum”, kopergravure naar het ontwerp van Herman Saftleven, uitgegeven rond 1660 door Clement de Jonghe te Amsterdam. Later met de hand gekleurd. Afm. 40,7 x 49,9 cm.
We zien de stad in het jaar 1649, met van links naar rechts de (in 1840 gesloopte) St.-Servaesabdij, het Maria Magdalenaklooster. het Heilige Kruis Gasthuis (gesloopt in 1811), de Nicolaikerk, het voormalige Hieronymusconvent, de Catharinakerk, de Wittevrouwenpoort (gesloopt rond 1856), de Pieterskerk, de (in 1707 afgebroken) kerk van de St-.Paulusabdij, de kerk van het Regulierenklooster (een weeshuis), het Wittevrouwenklooster (afgebroken na brand in 1710), de Dom, het Duitse Huis, de Janskerk, de Buurkerk (buiten gebruik gesteld in 1975), het stadhuis, de Plompetoren (een van de oude verdedigingstorens, afgebroken in 1832), stadskasteel Groenewoude, de Mariakerk, Oudaen (ook een nog bestaand stadskasteel aan de Oudegracht), de Weerdpoort (aan de noordzijde van de huidige binnenstad, waar tegenwoordig de Weerdbrug ligt) en tenslotte de Jacobikerk.
De zomerstorm van 1674 zou de skyline van de stad drastisch veranderen, de toren van het Duitse Huis, van de Jacobikerk en het middenschip van de Dom zijn toen ingestort.
Onder het stadsgezicht een lofdicht op de stad van de Amsterdamse dichter Jacob(us) Heiblocq (1623-1690).
“Romeinen wijt vermaart, ziet hoe uw Bondgenoot
Uw sterkten en zijn stadt heeft cierelijk vergroot.
Als Rhyn en Oceaan haar golven t’zaamen trouwden
Zat diergelijk een roem uw Grootvaders op het Hooft.
Hier wijckt en Tooren en Kerck (na waarde nooit gelooft)
Voor geen gebouw op aard, hoe heerlijk men ‘t oock bouwde.
En dit geviel de stadt byzonder tot een erf,
Dat in haar wert ge-eert de Neerlandche Minerf.”
Prijs: Euro 2.150,- (incl. lijst)