“Drentia Comitatus” [Graafschap Drenthe]. Kopergravure vervaardigd door Cornelis Pijnacker, uitgegeven door Pieter Schenk en Gerard Valk rond 1700. In de tijd met de hand gekleurd. Afm. 38 x 48,5 cm.
Dat deze kaart tot stand kwam is aan een toeval te danken. Op eigen kracht zou het arme en dunbevolkte gewest niet in staat zijn geweest een dergelijke kaart tot stand te brengen. In 1627 vestigde rechtsgeleerde Cornelis Pijnacker (1570-1645) zich echter in Meppel, die deze kaart van Drenthe in 1634 vervaardigde.
Pijnacker had al een lange loopbaan als hoogleraar aan de universiteiten van Leiden en Groningen achter de rug en was gezant van de Republiek geweest in Tunis en Algiers. Tijdens zijn laatste gezantschap was hij echter in de financiële problemen gebracht, onder andere door vrijkopen van Christenslaven. Zijn verblijf in Drenthe, dat negen jaar zou duren, gaf hem gelegenheid zijn zaken weer op orde te brengen. Tijdens dat verblijf gaf hij juridische adviezen en vervaardigde de kaart, die hij vervolgens bij de firma Hondius liet drukken. Henricus Hondius zat in Amsterdam, in de provincie waren de technische mogelijkheden voor het drukken niet aanwezig.
De opdracht voor het drukken van Pijnackers kaart zal Hondius graag hebben aangenomen. Niet alleen leverde de losse verkoop van kaarten van Drenthe geld op, ook kon de kaart goed gebruikt worden in de door Hondius uitgegeven atlassen. Er verschenen twee versies van de kaart. De eerste versie, die tussen 1634 en 1638 werd uitgegeven, heeft een fraaie titelcartouche met daarin een opdracht van Pijnacker aan de Drost en Gedeputeerde Staten van Drenthe. Deze opdracht zal waarschijnlijk ten doel hebben gehad de afzet van de kaart in Drenthe te bevorderen. Met succes, de Drentse overheid bestelde inderdaad een aantal van de kaarten.
Bij dit exemplaar, een tweede versie die enkele jaren later verscheen, is het cartouche vereenvoudigd en aan weerszijden met jagers en windhonden versierd. Op de betreffende plaatsen op de kaart, werden de wapens van Groningen, Bentheim en Münster ingetekend en onderaan de kaart werd een landelijk tafereel ingevoegd. Johannes Janssonius, die getrouwd was met een zuster van de gebroeders Hondius, werkte inmiddels ook mee in de zaak. De koperplaten van Janssonius kwamen in 1695 in handen van Pieter Schenk en Gerard Valk, die de kaart voorzien van hun eigen naam opnieuw op de markt brachten.
Het was de eerste goede kaart van de provincie. Voor die tijd werd Drenthe alleen afgebeeld op kaarten van geheel noord Nederland. Die kaarten waren echter kleinschalig en weinig gedetailleerd. Pijnackers kaart daarentegen toonde allerlei landschapsdetails, zoals moerassen, veenontginningen, bossen, heide, wegen, rivieren en meren. De steden Coevorden en Meppel zijn met een verkleinde stadsplattegrond opgenomen. Van Westerwolde, dat Pijnacker op zijn kaart opnam, was het de eerste betrouwbare afbeelding.
Het zou meer dan 150 jaar duren voordat betere kaarten van Drenthe werden vervaardigd. Tot ver in de achttiende eeuw is de kaart door verschillende uitgevers in hun atlas opgenomen.
Prijs: Euro 650,-