“Utingeradeel de eerste Grietenij van Zevenwouden.” Groot formaat staalgravure vervaardigd in 1849 door Daniel Veelwaard voor de Nieuwe Atlas van Provincie Friesland van Wopke Eekhoff. Later met de hand gekleurd. Afm. ca. 56 x 63 cm.
Utingeradeel (ook bekend als Utingeradiel) was een gemeente in laaggelegen poldergebied, gekenmerkt door een netwerk van sloten, kanalen en dijken. De gemeente omvatte delen van de Friese meren en veenweidegebieden, wat typerend was voor het landschap van zuidwest Friesland. Belangrijke dorpen in Utingeradeel waren Akkrum en Aldeboarn. Deze dorpen dienden als lokale centra voor handel, ambacht en religie. De economie van Utingeradeel was voornamelijk gebaseerd op landbouw en veeteelt. De vruchtbare kleigronden waren geschikt voor akkerbouw, terwijl de graslanden werden gebruikt voor veeteelt, met name rundvee.
De grietenij werd bestuurd door een grietman, die werd aangewezen door Leeuwarden, die over het gebied heerste. De grietman was verantwoordelijk voor de handhaving van de wet en orde en had ook bevoegdheden op het gebied van rechtspraak en belastingheffing.Na de invoering van de gemeentewet in 1851 had Utingeradeel niet langer grietmannen, maar burgemeesters.
De Nieuwe Atlas van Provincie Friesland, werd in opdracht van het provinciebestuur gemaakt. Op 2 maart 1847 verscheen in de Leeuwarder Courant het “Berigt van Inteekening op de uitgave van een nieuwe Atlas van Vriesland“. De prijs voor de hele atlas met 32 kaarten was fl. 48, losse kaarten kostten fl. 2 per stuk.
Iedere kaart werd in de betreffende gemeente twee weken ter inzage gelegd. Via een voorafgaande publicatie in de Leeuwarder Courant meldde Eekhoff dat “ieder in de gelegenheid wordt gesteld om daarop schriftelijke aanmerkingen aan het Bestuur mede te deelen“. Ook werd nog even vermeld dat men nog steeds voor twee gulden een losse kaart kon bestellen, “dewijl die na de uitgave niet meer te bekomen zullen zijn“.
Op zijn dertiende ging Wopke Eekhoff (1809 – 1880) in zijn geboortestad Leeuwarden aan het werk bij boekhandelaar en drukker G.T.N. Suringar. Hij ontwikkelde zich tot een self-made historicus van naam. In 1838 werd hij benoemd tot stadsarchivaris van Leeuwarden, de eerste van Nederland. Die functie combineerde hij met een eigen boekhandel en uitgeverij op de hoek van de Wirdumerdijk en de Peperstraat.
In een oplage van 286 exemplaren gaf Eekhoff in 1849 de Nieuwe Atlas van Friesland uit, tegenwoordig beter bekend als de Eekhoff-atlas. Tien jaar daarvoor hadden Gedeputeerde Staten van Friesland opdracht gegeven om de provincie opnieuw in kaart te brengen. Met behulp van driehoeksmeting werden de kaarten samengesteld door J.W. Witteveen (tekenaar bij het kadaster), onder toezicht van ingenieur-verificateur J.H. Jappé. De kaarten werden gegraveerd door D. en H. Veelwaard en beletterd door L. Schweickhardt.
Prijs: Euro 375,-