PLAN VOOR HET GRAVEN VAN EEN KANAAL VAN KATWIJK AAN DE RIJN NAAR DE NOORDZEE
“Topographische kaart van de situatie der beide Catwijken benoorden den Rhijn , voorstellende het project tot eene ontlasting van Rhijnlands boezemwater in de Noord-zee”, kopergravure vervaardigd door Daniel Veelwaard in 1803. Later met de hand gekleurd. Afm. ca. 44 x 56,5 cm.
De Oude Rijn bij Katwijk slibde al in de 12e eeuw dicht. Sinds 1255 houdt het Hoogheemraadschap van Rijnland zich dan ook bezig het afwateren van de rivier. Meer permanente oplossingen bleven lange tijd uit. In de 17e en 18e eeuw hield Haarlem veel plannen tegen, omdat de stad graag zag dat de uitwatering via de Spaarne bleef lopen. Dit hield de rivier schoon en bevaarbaar.
Pas met de opkomst van een verenigd Nederland vanaf 1795 begon het algemeen belang zwaarder te wegen. Advies werd ingewonnen bij Christiaan Brunings, hoofd van het in 1798 opgerichte Bureau voor Waterstaat, de voorganger van onze Rijkswaterstaat. Die stelde een team van deskundigen aan het werk. Het rapport was pas in 1803 klaar en kreeg direct goedkeuring en subsidie van de staat. Een jaar later begon het werk, dat tot 1807 duurde en veel bezoekers trok. Op 21 oktober van dat jaar was niemand minder dan koning Lodewijk Napoleon aanwezig bij de ingebruikneming van het nieuwe waterstelsel.
Door het project kon het Rijnland zijn overtollige water op zee lozen. Ten noorden van Katwijk werd een uitwateringskanaal aangelegd, een tweede werd aangelegd ten oosten van Katwijk aan de Rijn. Verder werd er een binnensluis en een buitensluis aan toegevoegd, en drie bruggen. Al dat werk werd verricht met schoppen, kruiwagens en heel veel mankracht. Lodewijk Napoleon was zo onder de indruk dat hij 1000 gulden schonk om te verdelen tussen iedereen die aan het project had meegewerkt.
Prijs: Euro 395,-