“Plegtige opening der Groote Sluis van het Ooster-dok voor Amsterdam, waardoor het eerste Korvetschip, gebouwd ter loffelijker nagedachtenis van den te vroeg gesneuvelden jeugdigen held, Jan Carel Josephus van Speyk, is gevoerd, op Zaturdag den 5den Mei 1832“. Aquatint vervaardigd door Willem Hendrik Hoogkamer naar een ontwerp van Hendrik Vettewinkel, uitgegeven door G. Portielje. Later met de hand gekleurd. Afm. (afbeelding) 36,7 x 49 cm.
Door aanslibbing van het IJ werd de Amsterdamse haven steeds minder goed bereikbaar. Tussen 1817-1824 werd het Groot Noordhollandsch Kanaal aangelegd. Om dat beter te laten functioneren moest er een dam in de mond van het IJ gelegd worden, zeer tegen de zin van Amsterdam. Als lapmiddel om het havenfront open te laten, werd in de afdamming in 1832 het Oosterdok en in 1834 het Westerdok middels sluizen opengesteld.
Hier zien we de opening van de sluizen tussen Oosterdok en IJ door het korvet Van Speijk. Op de achtergrond de Buitenkant (Prins Hendrikkade) en Montelbaanstoren.
Het Oosterdok omvatte zowel de vroegere Admiraliteitswerf als de uitgebreide VOC-werven. Die laatste lagen er werkeloos bij sinds het opheffing van de VOC. In 1828 was het bedrijfsterrein in gebruik genomen door de “Fabriek van Stoom- en Andere Werktuigen”. De Admiraliteitswerf, tot 1795 een Amsterdamse aangelegenheid, werd een werf van de landelijke marine en na 1813 Rijkswerf. Na het opheffen van de werf in 1915 werd het complex als opleidings- en keuringscentrum gebruikt en voor personeelshuisvesting. We kennen het dan als het Marine Etablissement.
Korvet Van Speijk, onder bevel van Kapitein ter Zee W.G. Roepel (equipagemeester van ‘s Rijks Marinewerf), passeerde als eerste schip de grote sluis van het juist voltooide Oosterdok. De doorschutting werd door vijf leden van het Koninklijk Huis en vele genodigden bijgewoond. KTZ Roepel verloor op die dag een epaulet. De Commissie tot de IJ- en Havenwerken besloot hem als beloning een paar epauletten aan te bieden.
Zr. Ms. Van Speijk (ex Argo) was een kuilkorvet bewapend met 28 stukken. Het diende in 1834-1837 in Nederlands Oost-Indië. In 1837 werd het overgedragen aan de Koloniale Marine en deed dienst als wachtschip te Soerabaja.
In 1907 werd besloten de hier feestelijk geopende sluizen te verruimen omdat moderne schepen er niet meer doorheen pasten.
Prijs: Euro 950,-