“Gezicht op de Schapen Markt naer den Reguliers Toren, de Munt, en een gedeelte van de Doele Sluis nevens het Rondeel en den binnen Amstel over de Halve Maensbrugh langs de Erweten Markt en de Huizen van de Zwanenburg straet.” Kopergravure van het Amsterdamse (tegenwoordige) Muntplein “Uitgegeven by Andries en Hendrik de Leth op de Beurs Sluis inde Visser”, ca. 1720. Later met de hand gekleurd. Afm. ca. 58 x 92 cm.
De Munt – een van de drukste plekken in de stad. Alleen de Dam en de omgeving van het Centraal Station zijn drukker. Zo was het al toen Andries en Hendrik de Leth deze zeer gedetailleerde prent maakten.
De legenda onder de prent verklaart een aantal van de gebouwen: “Reguliers Toren, genoemt naer het Reguliers Klooster, hier buyten by den Amstel gestaen hebbende daar nu de Peil Sluis op de Uitrechtse Straet legt, is in 1619 op de grondslagen van den Zuiderlyken Oude Reguliers Poorts, naer het ontwerp vanden Stads Boumeester Hendrik de Keizer, gemaeckt; De Munt soo genaemt, om dat in den jare 1673 aldaer de Hollandsche Munt geplaetst wiert wegens der Franschen overval in deze landen, versterkte te voren tot een Burger Wachthuis en vergader Kamer der Gildens, is als nu een voorname Herberg, die sedert korte jaren merkelijk vergroot is.” De Munttoren was in oorsprong een zijtoren van de 15de-eeuwse Regulierspoort, één van de drie hoofdpoorten van de middeleeuwse vestingwerken van de stad. Het poorthuis stond op de plaats van de doorrit. In het rampjaar 1672, toen de munthuizen in de Republiek bedreigd werden door de Franse legers, werd een tijdelijk muntatelier gevestigd in het wachtheuis naast de toren. Een jaar later was de dreiging afgenomen en vertrok de munt weer, maar de Amsterdammers hebben de naam gehouden. De rest van de poort was toen al afgebroken en vervangen door woonhuizen, die we hier op de grvure zien staan. Die huizen zijn weer verdwenen in de 19de eeuw, toen het verkeer in de stad steeds meer ruimte opeiste, zodat tenslotte het moderne verkeersplein ontstond, waar elke seconde lijkt te tellen.
Links zien we: de “Doele Sluis strekkende over het Rokin naer de Doele Straet, heeft acht steene zuilen en zeven gewelfde bogen, en is in 1633 hier gelegt inde plaetze van de Rode brugh, die geheel van hout was; het Hoekhuis van de Nieuwe Doele Straet aan den opgang van de sluis, wort het Rondeel genaemt, als gebouwt op het voetstuk van zekere sterkte, in den jare 1482 tot beveiliging van den Amstel gesticht, en ‘t Rondeel genoemt in den jare 1631 gesloopt.”
We zien voor herberg In de Munt een tweetal worden afgevoerd, omstanders kijken toe. Ook een man met een aap op de mouw trekt enige aandacht. Voor het huis van de “Openbare Notaris”zien we een klassieke kwakzalver vanaf een krukje een menigte toespreken. Op de tafel voor hem allerlei flesjes en potjes. Voor de huizen waar koffie en thee worden verkocht wijzen mensen naar boven, wellicht dat men luistert naar het carillon van de Munttoren. Het is een mooie zomermiddag, een uur. Voor de wijzerplaat draait alleen een uurwijzer. Minuutwijzers verschenen pas rond 1870 op de openbare klokken in de stad. Een heer helpt zijn dame uit een toeslede. Links komt een koets met tweespan de brug over gesneld. Wie er in zitten weten we niet, maar mensen kijken om en nemen hun hoed af. Het leven in de stad zoals hier door de gebroeders De Leth opgetekend lijkt een aangenaam geordende, overzichtelijke wereld.
Prijs: VERKOCHT