East-India Company wharf – Jan van der Heijden, 1735

VOC SCHIP GERED DOOR NIEUWE BRANDSPUITEN “Afbeelding van een schip, liggend voor de scheepstimmerwerf van de Oost-Indische Compagnie op Oostenburg,…

Read more

VOC SCHIP GERED DOOR NIEUWE BRANDSPUITEN

“Afbeelding van een schip, liggend voor de scheepstimmerwerf van de Oost-Indische Compagnie op Oostenburg, dat op de 14e mei 1690 ‘s middags rond half drie, razendsnel geheel in brand vloog en bij gebrek aan mensen en afwezige leiding vanwege Pinksteren, ruim anderhalf uur bleef liggen branden. Maar toen eindelijk de brandspuiten in gebruik werden genomen, werd het vuur snel geblust en bleef het schip zoals hier afgebeeld gespaard.” Kopergravure uitgegeven in 1735 door de Erven Jan van der Heijden als deel van de “Beschryving der nieuwlyks uitgevonden en geoctrojeerde Slang-Brand-Spuiten, en haare wyze van Brand-Blussen, Tegenwoordig binnen Amsterdam in gebruik zijnde.” Later met de hand gekleurd. Afm.: 27,4 x 31,5 cm.

Eeuwen lang was het blussen van branden een kwestie van lange rijen mensen, die emmertjes water aan elkaar doorgaven. Pas toen het stadhuis van Amsterdam op 7 juli 1652 afbrandde, werd er een nieuw tijdperk ingeluid. De stad schafte kort daarop 58 handbrandspuiten aan en de toen 15-jarige jongeman Jan Goriszoon van der Heijden was getuige van de brand.

Van der Heijden bedacht later een brandweerpomp met waterslangen, waardoor die emmerketens overbodig werden. Aan de toen in gebruik zijnde tobbe met spuitmond werden een ‘zuigpomp’ en lederen brandslangen toegevoegd. Het benodigde water kon daarmee direct uit de gracht opgezogen worden (als filter tegen het vuil diende een gevlochten mandje), terwijl de brandslangen de spuitgasten in staat stelden het water ook via trappen of gangen naar boven of binnen te pompen gepompt, zodat het water ook bij kleine branden al inzetbaar was en het vuur gericht kon worden bestreden.

Al kort na de invoering van deze verbeteringen werden de zuigpomp en de brandspuit gecombineerd tot een enkel apparaat. De dubbele pompwerking had een ‘dood’ moment tot gevolg, halverwege de slag. Om dit op te vangen werd al snel een extra drukvat aangebracht. Met de daarin opgebouwde druk werd de waterstraal gevoed tijdens het dode moment van de pomp, waardoor de spuit een constante waterstraal produceerde.

De spuit, die aanvankelijk naar de brand werd gedragen, werd later voorzien van wielen.

Prijs: VERKOCHT