“View of a village in Holland, with winter diversion on the ice“. Kopergravure vervaardigd door John Smith naar een schilderij van Aert van der Neer, uitgegeven rond 1770 door Robert Sayer te Londen. Later met de hand gekleurd. Afm.: 23 x 34 cm.
Schaatsers rijke en arm, jong en oud, colfspelers, priksleetjes en rijk versierde arresleeën, maar ook transport over het ijs en andere winterse activiteiten. Een grote variatie, die een onderhoudende en informatieve kijk geeft op het leven tijdens het koudste seizoen in vroegere eeuwen.
De Lage Landen kenden vele vinnig koude winters. Kou die deur vel en vleesch passeerde. Binnenwateren en rivieren konden potdicht gevroren zijn en tot maart met een dikke ijskorst bedekt. Havens zaten dicht. De Zuiderzee werd met sledes en wagens overgestoken. Soms zwierven wolven rond op zoek naar prooi. De prijzen voor etenswaren stegen tijdens de winterperiode tot onwaarschijnlijke hoogte. Er was gebrek aan turf, hout en kolen en vooral aan vers water. Werk was moeilijk te vinden. Er stierven heel wat mensen van de kou. Ellende overheerste.
Van de ruige realiteit tijdens grillige winters is op ijsgezichten doorgaans weinig te zien. Het koperspubliek wilde geen ellende en ook geen al te realistische weergave van borrelende scheuren, windwakken en viezigheid op het ijs. Men vroeg om een idyllisch plaatje.
Prijs: VERKOCHT