ROTTERDAM OP HET HOOGTEPUNT VAN Z’N BLOEI
“Rotterdam”, kopergravure uitgegeven in 1690 te Amsterdam door Gregorio Leti als onderdeel van diens Teatro Belgico. Later met de hand gekleurd. Afm. (prent) ca. 42 x 54 cm.
In 1648 was met de Vrede van Munster de Tachtigjarige Oorlog beëindigd. De Republiek der Verenigde Nederlanden was een van de machtigste staten van Europa, welvarend, met een vloot die de zeeën beheerste. Toonaangevend was Amsterdam, het centrum van de wereldhandel. In het zuidelijk deel van de Republiek, aan de mond van Rijn en Maas, had Rotterdam zich ontwikkeld tot de tweede handels- en havenstad van de Nederlanden. In zekere zin zijn Amsterdam en Rotterdam als elkaars concurrenten te beschouwen, maar aan de andere kant had Rotterdam een heel eigen plaats in de economie van de Republiek, die eerder een aanvulling op de Amsterdamse handel en scheepvaart was. Zo waren voor Rotterdam vooral de relaties met Frankrijk en Engeland van belang. Met de economische betekenis was ook het economische gewicht van Rotterdam in de verhouding tot andere Hollandse steden toegenomen. Vanzelfsprekend was dit uitermate bevorderlijk voor het zelfbewustzijn van de bestuurders van de stad en de kringen waaruit deze voortkwamen; veranderingen in het stadsbeeld getuigen hier van.
In de tweede helft van de 17e-eeuw stond Rotterdam op het hoogtepunt van zijn bloei. De oorlogen met Engeland en Frankrijk tastten de positie van de Nederlandse Republiek echter aan; ze maakten een eind aan de Nederlandse hegemonie op zee en berokkenden scheepvaart, handel en nijverheid veel schade. Duidelijk is dat ook de Rotterdamse economie hieronder te lijden had, wat niet wegneemt dat de verfraaiing van de stad en de afbeelding hiervan op kaarten en stadsgezichten tot het einde van de zeventiende eeuw bleven doorgaan.
Gregorio Leti (1630–1701) was geschiedschrijver en satiricus, geboren in Milaan en later geëmigreerd naar Engeland. Hij schreef voor Charles II een geschiedenis van Engeland, maar vluchtte 1685 naar Amsterdam vanwege het beledigen van zijn opdrachtgever. In Holland werkte hij aan zijn “Teatro Belgico”, een boek over de geschiedenis van de Zeven Provinciën.
Voor het drukken van de plattegrond van Rotterdam, had Leti de hand weten te leggen op de koperplaat van Frederick de Wit, wiens naam nog op de kaart staat. Frederick de Wit op zijn beurt, had een deel van de koperen platen uit de boedel van Joan Blaeu overgenomen en gaf deze onder eigen naam uit. Bleau had zijn plattegrond van de stad laten vervaardigen met het stadsbeeld van rond 1645 en geeft de topografie gedetailleerd en redelijk betrouwbaar weer. De Wit had het kaartbeeld aangevuld met de havens en werven langs de Maas en de legenda uitgebreid. Gregorio Leti wijzigt voor zijn uitgave van de kaart niets.
Prijs: VERKOCHT