BOER OP DE SCHAATS
Ets van de hand van David Deuchar (1743- 1808), naar een ets van Adriaen van Ostade (1610 – 1648). Uit het album “A collection of etchings after the most eminent masters of the Dutch and Flemish schools“, uitgegeven in 1803 te Edinburgh. Afm. (papier): 12,2 x 8,8 cm.
Boeren waren ‘s winters veelvuldig op het ijs te vinden. Niet verwonderlijk, het vee stond op stal en verder was er ” behalve het weven van wollen en linnen stoffen als bijverdienste ” niet veel op de boerderij te doen.
Elke schaatsenrijder die zich op lange afstanden begaf, voorzag zichzelf van een stok of ijshaak . “‘t Is verwonderens waert te sien, hoe de Boeren op hare schouders lange stocken draghen; doch dit doense daerom, op datse, indien sij in een sloot vielen, of in een open gat, sij haer door dese stocken dies eerder weder redden kennen“, meldt Jean Nicolas de Parival in de twee helft van de 17e-eeuw in zijn “Les Delices De La Hollande“.
Van Adriaen van Ostade zijn een 50-tal etsen bekend, gedateerd van 1647 tot 1678.
Adriaen van Ostade’s werken geven gewoonlijk voorstellingen uit het boeren leven weer. Evenals zijn 10 jaar jongere broer Isaac registreerde hij het losse, vrije leven van de boerenstanden in een tijd dat de hogere standen weinig om hen gaven en dat het godsdienstige leven afnam. Pieter Brueghel was hen daarin 100 jaar eerder reeds voorgegaan. Adriaen van Ostade geeft het stille boerenleven weer en vertelt het verhaal van hun dagelijks bestaan.
Prijs: VERKOCHT